De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2859 Van Bonifacius Amerbach
| |
[pagina 187]
| |
staat zou zijn. Maar nu ik tot geen van beide in staat ben, gezien de beperktheid van mijn verstand en mijn middelen, en omdat jij groter bent dan waarnaar ik met mijn pogingen kan streven, rest me niets anders dan erkentelijk te zijn en mij te troosten met de woorden van de leermeesters uit de Oudheid: dat wie zich naar behoren gedraagt, zijn dank lijkt te betuigen, en dat het in belangrijke aangelegenheden volstaat te hebben gewild.Ga naar voetnoot2. Om niet volkomen ondankbaar te lijken, zal ik me altijd naar vermogen inspannen. Jij moet je niet bezwaard voelen naar believen gebruik te maken van mijn nederige diensten, dat vraag ik je met klem. Onze schippers plegen bij het verhuren van hun diensten ook een overdekt en naar wens van de passagier toegerust schip te leveren. Als veergeld naar Keulen vragen ze tot twintig gulden, maar daaraan voegen ze toe dat als hun duidelijk is dat het om serieuze zaken gaat, ze de gebruikelijke prijs matigen in overleg met een goede klant. Ik stuur je het boek van Sadoleto over het juiste onderwijs aan kinderen toe,Ga naar voetnoot3. dat jou alleen al omdat het nieuw is niet onwelkom zal zijn, naar ik hoop. Let op je gezondheid, beste Erasmus, en weet dat mij geen aangenamer of verheugender bericht kan worden gebracht dan dat jouw gezondheid verbetert. Het ga je goed. Te Bazel |
|