De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2783 Aan Johann Henckel
| |
[pagina 64]
| |
onophoudelijk teisterden. Eerst werd mijn linkerschouder aangetast, met een nog matige pijn. Vandaar trok het naar mijn linkervoet, met zo'n hevige kwelling dat ik er drie dagen niet van kon eten en slapen; langzaam ging het over. Ook mijn rechtervoet werd geplaagd, daarop drong de pijn door in mijn buik en nu blijft ze nog steken in mijn rechter- en linkerschouder, om beurten dreigend met jicht, verlamming en nierstenen. Ik bereid me voor op een terugkeer naar mijn vaderland, maar tot dusver zonder resultaat. De koningin viert er triomfen. Dit werd verteld door een gezantschap dat hier verbleef op doorreis naar de keizer en geleid werd door een jongeman,Ga naar voetnoot1. broer van de kardinaal van Croÿ. Ik ben blij dat de Heer hem deze troost heeft gegeven voor zijn beproevingen. Als het jou goed gaat, zal me dat zeer verheugen. Freiburg im Breisgau, 24 maart 1533 Erasmus van Rotterdam, in zijn eigen hand |
|