De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750

2692 Aan Henricus Cornelius Agrippa
Freiburg, 25 juli 1532

Erasmus aan Agrippa

Toen Polyphemus^1. uit Regensburg weer hierheen was gekomen, was ik niet fit en was ik aan het verbouwen, wat ik het vervelendste vind wat er is;^2. bovendien werd ik overladen met werk. Daarom zou ik u liever later willen schrijven dan het op mijn geweten hebben dat u, met recht, kunt klagen dat u geen echte brief hebt ontvangen. We zijn een oorlog tegen de Turken begonnen terwijl iedereen een slechte afloop voorspelt. Ze zouden die ferme lieden met hun luide stem, die zo graag praten,^3. eropaf moeten sturen! Het ga u goed, zeer geleerde Cornelius. Meteen na de beurs^4. zal ik enthousiaster en uitgebreider schrijven.

Freiburg, Sint-Jacob, 1532

1. Felix Rex.

2. Zie brief 2517, noot 10.

3. Erasmus zal gedacht hebben aan predikanten die opriepen tot een kruistocht. Vgl. brief 2285.

4. De najaarsbeurs in Frankfurt.