De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2563a Van Johannes DantiscusGa naar voetnoot1.
| |
[pagina 88]
| |
geneigd hun karakters zijn, hoe er alom onwetendheid heerst, hoe ze het als een spelletje beschouwen met in venijn gedoopte tongen de reputatie van mensen die dat niet verdienen aan te vallen en alle liefhebbers van de literatuur tot ketters of in elk geval tot sympathisanten van ketters te verklaren. Met wat voor pijlen doorboren ze jou niet, die ze (mijn hemel!) voor de aanstichter van dit conflict in Duitsland houden, en niet alleen binnenskamers, maar ook op drukbezochte bijeenkomsten, en niet als zwetsers onder elkaar, maar soms zelfs in aanwezigheid van de keizer. Bij dat alles zegeviert de uitzonderlijke welwillendheid van de keizer tegenover jou, die je moeiteloos zult terugvinden in de inhoud van de brieven, als je die uit het Frans in het Latijn laat vertalen. Ik wilde immers niet dat die in het Latijn, maar in het Frans, dat wil zeggen in de eigen taal van de keizer geschreven werden, om te voorkomen dat hetgeen de keizer daarin weloverwogen aan jou toeschrijft, niet aan mijn genegenheid voor jou wordt toegeschreven en de uiterst eervolle passage over jouw kwaliteiten door mij (omdat ook ik een bewonderaar ben) opgesteld lijkt te zijn. Daarom moet je deze brieven van de keizer bewaren als een teken van zijn constante goedgunstigheid tegenover jou en zijn oordeel over je deugdzaamheid en eruditie. Denk niet dat ik dit allemaal heb gezegd met de bedoeling mijn sympathie te bewijzen (ik weet dat je voldoende hebt kunnen vaststellen dat deze persoon, zoveel als hij waard is, geheel de jouwe is), maar zodat je daardoor steeds beter beseft dat je bij de keizer in de gunst staat, wat je allang weet dankzij talloze dingen die daar blijk van gaven. Ik kom nu bij je brief, waarin je schrijft dat je een huis hebt gekochtGa naar voetnoot3. en er een Italiaanse schouw in hebt laten bouwen en er een nestje voor de winter gereedmaakt. Wat krijgen we nu? De filosoof Erasmus, iemand van bijna zeventig, heeft een huis gekocht? Diogenes was tevreden met een vatGa naar voetnoot4. en jij krijgt met jouw huis misschien wel meer problemen dan hij met zijn vat zal hebben gehad! Maar ik denk dat je de schouw voor jezelf hebt laten bouwen, maar het huis voor je erfgenamen hebt gekocht. Maar voor welke erfgenamen, of: hoe kan één huis onder zoveel erfgenamen worden verdeeld? Met erfgenamen bedoel ik niet je bloedverwanten, maar degenen die je zelf in Christus hebt verwekt,Ga naar voetnoot5. die je met deugden hebt toegerust en verrijkt. Ga dan maar eens na of je huis voor al die erfgenamen toereikend zal zijn! Maar zonder gekheid, hoe kwam je op het idee een huis te kopen, en nog wel in Duitsland, waar alom onenigheid heerst; besef je niet in wat voor tijden we zijn beland? Kwam het niet bij je op hoeveel ellende er ophanden is door alle successen? Wat voor bedreiging twee kometen inhouden? Een regenboog, | |
[pagina 89]
| |
twee uur na zonsondergang en 43 [uur]Ga naar voetnoot6. na vollemaan gezien? Er zijn onheilspellende geluiden in het Vaticaan gehoord. Er waren drie zonnen in de Apulische stad Troia. Drie manen in Luik, bronnen waaruit bloed opwelt, regens van brood, een tweeling, waarvan de een volgens het verhaal direct na de geboorte zei: ‘Waar zullen we zoveel graan opslaan?’, en de ander: ‘Maar waar zullen we zoveel lichamen begraven?’ Er zijn negen hele dagen drie vurige diademen boven Jeruzalem gezien, die met geweldige vaart neerstortten en het deel van de tempel dat naar het oosten was gericht verwoestten. Maar als ik over andere voortekenen zou willen schrijven die overal worden waargenomen en die ik oversla om geen horzels op te jagen -Ga naar voetnoot7. wie zouden die voortekenen niet geweldig schrik aanjagen? En dan iemand voor wie al het twaalfde uur van de dag is aangebroken, zoals Crassus (naar ik bij Plutarchus las) tegen koning Deiotarus zei!Ga naar voetnoot8. Je koopt een huis, en nog wel in Duitsland! Is dat niet ook net een voorteken? Lijkt wat de Parijse universiteit tegen Erasmus schrijft daar niet eveneens op? Is het niet het belangrijkste voorteken van allemaal, dat die universiteit, waartoe iedereen, als naar het orakel van Apollo, zijn toevlucht neemt, zo duidelijk blijk gaf van haar dwaasheid? Geloof me, het tegen Erasmus gerichte oordeel van de Parijse universiteitGa naar voetnoot9. joeg me, toen ik het onder ogen kreeg, eerlijk gezegd de stuipen op het lijf, niet omdat ik bang zou zijn dat ze iets onchristelijks in je boeken hadden gevonden, maar omdat het me pijn deed dat de monniken op gezag van de zeer befaamde universiteit zouden gaan triomferen. Maar toen ik de inhoud nauwkeuriger bekeek, kon ik waarachtig bijna mijn lachen niet houden, omdat ik zag dat zulke belangrijke heren zoveel domheden, zoveel onzin, laster en bedrog hadden verzameld, dat ze met hun poging van jou een ketter te maken hun eigen boosaardigheid en onwetendheid etaleren en jouw geleerdheid nog meer bij alle erudiete en weldenkende mensen aanbevelen. Naar ik me herinner heb ik je vele malen aangeraden mensen die je aanvallen in hun eigen sop gaar te laten koken en geen antwoord waardig te keuren; maar nu, met die Parijse rabbijnen, moet je het (denk ik) anders aanpakken. Je moet namelijk eerst de tijd nemen om de zaak te bekijken en als je aantekeningen aantreft die van pas komen, moet je hen bedanken voor de bewezen dienst en die dingen zelf in je pennenvruchten verbeteren, ook al is zo'n verbetering in jouw ogen niet erg nodig. Want er is geen wapen waarmee je hun op pijnlijker wijze een verpletterende nederlaag kunt bezorgen | |
[pagina 90]
| |
dan wanneer je hun op een paar onbelangrijke punten gelijk geeft, zodat ze je niet van koppigheid kunnen betichten. Zodra je dat gedaan hebt, staat het je vrij om hen wat de overige punten betreft op je gebruikelijke manier te behandelen en voortaan de Zuniga's, Lee's, Béda's, Duchesnes, Cousturiers, Egmondanussen, Carvajals en wat er verder voor soortgelijke wezens zijn die voortdurend tegen je tekeergaan, over te slaan en tegen die rabbijnen te vechten, mensen te behandelen zoals ze verdiend hebben, en te laten zien wie Erasmus is, wat voor meester ze hebben uitgedaagd, over wat voor steen ze gestruikeld zijn, en nu duidelijk te maken wat voor iemand je bent, zoals je vaak genoeg bij veel onbelangrijker dingen hebt gedaan. Door hun brutaliteit en beledigingen zal jouw waardigheid glans krijgen, geloof me, maar ik ben warempel een onbeschaamd mens dat ik dit aan jou schrijf, aan iemand die dat veel beter en verstandiger in praktijk heeft gebracht of zal brengen dan ik kan bedenken, laat staan op papier kan aanraden. Maar word niet boos om mijn overmoedigheid. Ik zou graag bericht van je ontvangen hoe je situatie is na de ongeregeldheden tussen de Zwitsers,Ga naar voetnoot10. of alles bij jou rustig is. Want ik ben bang dat je zelfs naar een andere plek moet verhuizen, met achterlating van je nestje voor de winter. We hoopten dat de keizer de rijksdag in SpeyerGa naar voetnoot11. zou houden en dat jij naar ons toe zou komen of wij naar jou toe, zodat onze vriendschap die per brief begonnen is bevestigd kon worden met een gesprek en een handdruk. Maar zoals je ziet is die gelegenheid ons niet gegund: de rijksdag is immers bijeengeroepen in Regensburg, maar als dat voor jou niet bezwaarlijk is, zorg dan dat we je in Speyer zien. Wat mij betreft, ik zou liever naar Freiburg komen dan dat jij omwille van ons zoveel moeite en ongemak op je zou nemen. Maar wellicht zal het wegens staatszaken niet mogelijk zijn dat plan te verwezenlijken. Bovendien willen velen van ons je graag zien: de patriarch van de Indische landen,Ga naar voetnoot12. beschermer van alle goede mensen; de grootmeester van de ridderorde van Calatrava,Ga naar voetnoot13. een zeer integer man die veel invloed bij de keizer heeft; verder de nog jonge aartsdiaken van Toledo,Ga naar voetnoot14. die aan jouw kant staat en intelligenter en geleerder is dan je op die leeftijd zou verwachten, over wie de fortuin en de gratiën al hun gaven in grote overvloed hebben uitgestort. We verwachten bovendien de aartsbisschop van Toledo;Ga naar voetnoot15. zijn houding tegenover jou ken je, daar hoef ik je niets over te vertellen. Er zijn nog | |
[pagina 91]
| |
veel meer aanzienlijke personen die niet graag uit Duitsland zouden vertrekken zonder jou gegroet te hebben. Als jij ons in Speyer een bezoek brengt, zul je iets doen wat voor ons fijn is en voor jezelf niet nadelig of onplezierig; ik vraag je nadrukkelijk dat te doen, maar je gezondheid mag er niet onder lijden. Het ga je goed. J. |
|