2544 Aan Henricus Cornelius Agrippa
Freiburg, 19 september 1531
Een vriend aan Agrippa
Een hartelijke groet, illustere heer. Al geruime tijd is uw naam hier op ieders lippen, vooral wegens een nieuw werk dat u uitgaf over de zinloosheid van de wetenschappen.Ga naar voetnoot1. Hoewel verschillende ontwikkelde mensen me daarover hebben geschreven, is het me nog niet gelukt het te bekijken. Op dit punt stemmen ze overeen, dat het rijkelijk vrijmoedig is; voor het overige lopen de meningen uiteen. Ik zal zorgen dat ik het zo snel mogelijk krijg, en het volledig verslinden.
Deze Andreas,Ga naar voetnoot2. volgens mij een bescheiden en vrome priester, begaf zich hierheen om Erasmus een bezoek te brengen; maar in plaats van de schat waarop hij hoopte trof hij kolen aan.Ga naar voetnoot3. Nu wil hij graag een ontmoeting met u, om uit uw geest iets aan helderder wijsheid te putten. Hij lijkt een groot bewonderaar van u; hij heeft voortdurend het boekje over de occulte filosofie als reisgenoot bij zich. Ik beveel hem niet bij u aan, maar wil liever dat hij zichzelf bij u aanbeveelt. Zodra ik uw boek gelezen heb, zal ik u uitgebreider schrijven. Intussen wens ik u alle mogelijke voorspoed toe.
Freiburg im Breisgau, 19 september 1531