2507 Van Bonifacius Amerbach
Bazel, 28 juni 1531
Hartelijk gegroet. Bij het bieden op het huis is mijn oprechte wens, meest dierbare Erasmus, dat je het geluk aan jouw kant hebt, en wel zo dat het jou voor een heel lage prijs wordt toegekend. Als je het plan hebt opgevat Sadoleto te schrijven, zal ik de brief voor augustus naar de jaarmarkt van Lyon aan betrouwbare mensen sturen die hem zullen bezorgen. Al mijn zaken hier zijn nog altijd hangende.Ga naar voetnoot1. Terwijl ik in het openbaar doceer hoe een zaak door cliënten kan worden gewonnen, vrees ik dat ik intussen voor mijzelf weinig voorzorgsmaatregelen tref. Maar de dobbelsteen is geworpen. Zelfs als ik de zaak verlies, zal ik het gunstig opvatten, omdat naar mijn mening een aanzienlijk verlies aan bezittingen de voorkeur verdient boven het ondermijnen van een geweten.
Het ga je goed, zeer illustere Erasmus. Door de grote haast van de koerier word ik verhinderd meer te schrijven.
Bazel, daags voor het feest van Petrus en Paulus 1531
Van harte je Bonifacius Amerbach
Onze vriend Alciati verontschuldigt zich in zijn laatste brief aan mij die ik gisteren ontving, heel uitvoerig voor een grote zonde (zo noemt hij het immers), omdat hij jou in het belang en door verzoeken van onbekenden in verwarring heeft gebracht voor het geval dat Zasius aan een opvolger dacht.Ga naar voetnoot2. Om die reden vraagt hij om vergeving. Alsof ik ooit heb verlangd hem op te volgen of, zelfs als ik het verlangde, ik het niet kon verdragen dat geleerdere mensen dan ik werden aanbevolen. Wat moet een goed iemand vreemder voorkomen dan dit? Hij voegt er bovendien aan toe dat hij jou nu niet schrijft, zowel omdat de koerier geen vertraging accepteert als omdat jij hem met je briefGa naar voetnoot3. zoveel voldoening hebt gegeven dat hij niets heeft wat hij verder zou kunnen zeggen. Hij sluit zich met handen en voetenGa naar voetnoot4. bij jouw mening aan. Het ga je goed. Meer hierover in een persoonlijk gesprek.
Aan de zeer illustere heer Erasmus van Rotterdam, uitmuntend theoloog en vader van de schone letteren, mijn onvergelijkelijke beschermheer. Te Freiburg