De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 17. Brieven 2357-2515
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2387 Van Johann Eck
| |
[pagina 81]
| |
bij deze vier boventallige opvattingenGa naar voetnoot6. heeft geërgerd zal ik voor u, als ik van deze landdag ben bevrijd, niet verborgen houden. Ik ben niet uit op de gunst van de volgelingen van Zwingli en Luther. Ik ben eerder blij en heb liever dat ik hun ongenoegen heb bezorgd. Uw dienaarGa naar voetnoot7. gaf mij een exemplaar van uw verdedigingsschrift tegen de Straatsburgse Kafarnaieten;Ga naar voetnoot8. neem van me aan dat het een zeer welkom geschenk is. Als u doorgaat de kleine vossen te vangen die de wijngaard van de Heer vernielen,Ga naar voetnoot9. kunt u op mij als een zoon en een zeer bereidwillige leerling rekenen. Ik wens u alle voorspoed toe in de Heer, onze heiland. Augsburg, 18 september, in het jaar van de genade 1530 |
|