2382 Aan Érard de la Marck
Freiburg, 7 september 1530
Erasmus van Rotterdam groet Érard, bisschop en kardinaal van Luik
Degene die zeer druk bezette mensen stoort, wordt doorgaans als een lastig iemand beschouwd. Maar hij die degenen lastig valt die zich met zaken van vroomheid en geloof bezighouden, loopt terecht het risico dat hij niet alleen als brutaal, maar ook als goddeloos wordt beschouwd. Daarom zal ik, om een minder ernstige fout te maken, met een paar woorden weergeven wat ik wil.
Ik vraag uwe eminentie niet om bij het beschermen van Erasmus, uw oude protegé, onveranderd te willen blijven. Ik ken uw standvastige karakter, u weet dat ik geen dringende verlangens pleeg te hebben. Maar nu zal ik tegen mijn gewoonte als bedelaar optreden. Ik hoor dat u niet alleen uw eigen gebied, maar ook steden die onder zeggenschap van de keizer vallen, met prachtige gebouwen verfraait. Dit feit bezorgt u een niet alledaagse lof voor uw vrijgevigheid en vooral voor uw toewijding aan het algemeen welzijn. Want iedereen erkent dat zoveel middelen en ambten terecht bij één iemand bijeen zijn gebracht, die wat hij aan middelen en luister heeft verkregen, niet voor zichzelf opeist, maar tot algemeen nut aanwendt.
Naar ik aanneem is het u met al uw wijsheid bekend dat het Collegium Trilingue dat een tijd geleden in Leuven is gesticht,Ga naar voetnoot1. niet de kleinste parel in het gebied van de keizer is. Maar de inkomsten vallen erg tegen en zijn nauwelijks voldoende voor de noodzakelijke uitgaven. Het was een koninklijke onderneming die Jérôme de Busleyden - iemand die een onsterfelijke herinnering bij de mensen verdient - had bedacht. Als zijn eigen middelen even groot waren als zijn welwillendheid, zou ondersteuning door anderen niet nodig zijn geweest. Al zijn vermogen besteedde hij aan deze schitterende onderneming. Als uwe eminentie zo goed wil zijn haar te steunen, zult u zich niet alleen voor de studies buitengewoon verdienstelijk maken, maar ook bij de mensen zeer veel ware roem verwerven en investeert u in een zaak die bij uitstek God welgevallig is. Want welk woord moet ik eerder gebruiken, wanneer een tijdelijke vrijgevigheid met de beloning van een leven in de hemel wordt vergoed? Soms dienen gelegenheden zich aan, waar u zonder schade aan uw bezittingen een grote weldaad kunt bewijzen. Op dit moment zou ik alleen maar willen dat u aan het Collegium Trilingue denkt. Aan wie zo'n instelling heeft dat hij zoveel als hij kan ook voor iedereen een weldoener wil zijn, bewijst diegene die hem op iets attendeert,Ga naar voetnoot2. tot op zekere hoogte een dienst door hem te adviseren waar hij op een juiste wijze een weldaad kan verrichten. U weet hoezeer het niet mijn gewoonte is te bede-