De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356
(2018)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2332 Aan Christoph von Stadion
| |
[pagina 264]
| |
in zijn lichaam verbergen en nog in leven zijn! Daarna begon mijn toestand draaglijker te worden. Het kwam tot een verzoening tussen mij en de slaap. Mijn maag herstelt zich langzaamaan, de moeheid neemt af, maar geleidelijk. Bij zoveel tegenslag vond ik zeer veel troost in de brief van Uwe Hoogheid, vol vriendelijkheid, wellevendheid en diepe genegenheid voor mij. Als ik die sympathie zou verdienen, zou ik me om het oordeel van u alleen al gelukkig prijzen; nu voel ik evenwel schaamte bij me opkomen, telkens als ik denk aan uw houding tegenover mij en uw bovenmatige vrijgevigheid. Dagelijks smeek ik God in vurige gebeden dat hij de keizer en de vorsten door zijn geest besluiten wil ingeven die heilzaam voor de christenheid zijn, en dat hij de soevereiniteit van de keizer en diens vroomheid, die even groot is als zijn macht, wil gebruiken om deze noodlottige storm, die niet met menselijke middelen tot bedaren gebracht kan worden, te laten overgaan in een tijd van vrede. Momenteel bevindt zich kardinaal Campeggi, de pauselijke legaat, daar bij u,Ga naar voetnoot1. iemand die me altijd bijzonder welgezind is geweest. Hij schreef me uit Innsbruck; wegens ziekte beantwoord ik zijn brief nogal laat.Ga naar voetnoot2. Ik wilde dat Uwe Hoogheid weet dat dit een duidelijke reden heeft. De aartsbisschop van CanterburyGa naar voetnoot3. is nu op zeer hoge leeftijd. Als hij nog niet de tachtig heeft bereikt, is hij er in elk geval dichtbij, maar ik denk eerder dat hij er al voorbij is. Hoewel hij verder tot nu toe altijd een goede gezondheid genoot, is hij nu, naar ze zeggen, een derde beenGa naar voetnoot4. gaan gebruiken. Ik verwacht dat hij mij zal overleven; maar mocht het toch anders lopen, dan ben ik van plan Uwe Hoogheid als zijn opvolger voor te stellen. De twee Engelse jaargelden horen jaarlijks ongeveer tweehonderd florijnen op te leveren, maar dat geld bereikt mij via handelaren, waarbij een deel verloren gaat, soms wel een kwart; het gebeurt ook wel dat het wordt onderschept. Als de aartsbisschop iets overkomt zoals dat bij mensen gaat, zou mij niets uitbetaald worden. Ik heb alleen het document van de aartsbisschop en de eed van degenen die het jaargeld verschuldigd zijn. Of de kerken zelf enige verplichting tegenover mij hebben, weet ik niet; bovendien zouden ze, gesteld al dat ze die hebben, niets geven aan iemand die elders verblijft. Het Vlaamse jaargeld dat voortkwam uit een prebende die op een andere naam is gezet, werd van me afgepakt door iemandGa naar voetnoot5. aan wie ik alles toever- | |
[pagina 265]
| |
trouwde en zelfs mijn leven zou toevertrouwen - een ongehoord staaltje van trouweloosheid. Zoveel macht heeft de geldzucht. Van het keizerlijk jaargeld heb ik geen cent ontvangen omdat ik weg ben;Ga naar voetnoot6. zelfs als ik terug was, zouden ze me, denk ik, nauwelijks iets geven, hoe ze me ook met fraaie beloften proberen te lokken. Zo gaat het wellicht gebeuren dat Erasmus binnenkort terugkeert naar de evangelische armoede, waar ik echter tot nu toe een redelijk eind vandaan ben gebleven, goddank. Bovendien zullen we, als de situatie dat vereist, door zuinigheid ons bezit vermeerderen.Ga naar voetnoot7. Tot nu toe hebben we namelijk heel wat onnodig verspild. U hoeft evenwel niet bang te zijn dat ik een lastige beschermeling voor u zal zijn; ik was voor de aartsbisschop van Canterbury zelfs zo'n geringe belasting, dat ik meer dan eens een vrijgevig aanbod van hem geweigerd heb. Was het maar mogelijk een keer dichterbij van uw wellevendheid en veelzijdige geleerdheid te genieten! Ik wil graag hiervandaan wegvliegen naar elders, niet dat ik hinder van iemand heb, maar wie van alles nodig heeft mist van alles in een kleine stad waar weinig mensen komen. Maar ik zie geen haven waar ik heen kan. Als er oorlog uitbreekt, zal het niet veilig zijn hier te blijven, maar kun je ook niet veilig op reis gaan naar elders. Maar de Heer zal voor alles zorgen, die u in uw vroomheid bij alles moge behoeden en zegenen. Freiburg, de feestdag van Johannes de Doper, 1530 |
|