De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356
(2018)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2288 Aan Karel Uutenhove
| |
[pagina 186]
| |
streven dat je de zeer hoge verwachtingen die je vrienden van je hebben nog overtreft. Dat lukt je probleemloos als je je gelukkige aanleg combineert met een evenredige portie ijver. Ik hoop dat je dit soort aansporingen niet nodig hebt. Maar mijn uitzonderlijke genegenheid voor jou, die ervoor zorgt dat ik meer om jouw eer geef dan die van mijzelf, bracht mij ertoe een galopperend paard de sporen te geven.Ga naar voetnoot5. Het ga je goed. Je vriend OmaarGa naar voetnoot6. schreef me heel vriendelijk, Ammonius schrijft me meer dan eens; ik geloof niet dat er iemand met een onberispelijker karakter en meer verstand op aarde leeft dan die man. PolyphemusGa naar voetnoot7. drinkt er in Bohemen flink op los. Hij schrijft me geregeld, maar ik antwoord niets. Je zult de rest van MarcusGa naar voetnoot8. horen, die deze brief waarschijnlijk zal overhandigen. Nogmaals, het ga je goed. Freiburg im Breisgau, 23 maart, in het jaar 1530 na de geboorte van Christus |
|