De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356
(2018)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 80]
| |
2239 Van Pierre Barbier
| |
[pagina 81]
| |
Ik zou die opmerking willen maken omdat u twee jaar geleden de boeken van bisschop Faustus over de vrije wil liet publiceren, met daarbij een brief aan Ferry de Carondelet, aartsdiaken van Besançon.Ga naar voetnoot3. Dit in de veronderstelling dat hij niet degene is die in vroeger tijden van ketterse opvattingen over de vrije wil werd verdacht. U had evenwel het werkje van Maxentius, bijgenaamd ‘dienaar van God’,Ga naar voetnoot4. moeten lezen, waarmee hij reageerde op de brief van paus Hormisdas aan bisschop Possessor tegen de Scythische monniken.Ga naar voetnoot5. Door de argumenten die deze goede vaderGa naar voetnoot6. aanvoert en door een vergelijking van de plaatsen die hij uit Faustus aanvoert tegen Faustus, uit de voorrede en de hoofdstukken 1, 7 en 17 van het eerste boek, was u dan al gauw tot de conclusie gekomen dat dit die Faustus was die niet alleen nu, maar ook toen al van dergelijke ketterij verdacht werd, en dat dit degene was die de boeken over de vrije wil heeft gepubliceerd die u aan de zetters gaf. Wanneer u echter bij het werk van deze Maxentius aangekomen zult zijn, moet u letten op de nummers van de hoofdstukken die ik hier geef; want in het werk zelf zitten af en toe drukfouten. Het bewuste werk van Maxentius kunt u vinden bij de werken van de zalige Fulgentius, in Keulen gedrukt in 1526.Ga naar voetnoot7. Uw trouwe QuirinusGa naar voetnoot8. vertelde ons dat u nu bezig bent met een vertaling van de werken van Chrysostomus en Theophylactus.Ga naar voetnoot9. Daar kijkt iedereen zeer naar uit, want het Schaafsel, om niet te zeggen veegsel, van OecolampadiusGa naar voetnoot10. weerhoudt de mensen ervan zulke auteurs te lezen; ze verzekeren dat ze die gaan verslinden zodra u ze hebt gezuiverd. | |
[pagina 82]
| |
Ik wilde meer schrijven, maar een brutale voerman staat te popelen om Quirinus, die sowieso zelf haast heeft om naar u toe te gaan, bij ons vandaan te halen. Het ga u goed. Doornik, 7 december 1529 P. Barbier, nederig dienaar van Uwe Eerwaardigheid Aan de zeer geleerde en hooggeachte heer Erasmus van Rotterdam, voortreffelijk redenaar en theoloog, zijn zeer geëerde beschermheer |
|