De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356
(2018)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2236 Aan Bonifacius Amerbach
| |
[pagina 78]
| |
ik bang dat ik mijn genegenheid en dienstvaardigheid niet helemaal juist besteed heb, en spijt het me bijna dat ik Goclenius met zo'n uitvoerige aanbeveling opgezadeld heb. Er is geen reden om hierheen te komen als het je ook maar enig ongemak bezorgt. Ik wilde alleen van je gezelschap genieten op voorwaarde dat het voor jou prettig en praktisch was geweest. Zodra je komt, heb ik een kamer gereed en een heel behoorlijke stal, maar zonder voer. Blijf voor spion spelen, hoewel ik denk dat ze al vertrokken zijn. Ik zou graag voor mezelf willen weten of hij voor zijn vertrek afgeranseld is door Herwagen. Het zou me verbazen als die zijn handen thuis heeft gehouden. Frankrijk is ten val gebracht en Italië volledig vernietigd,Ga naar voetnoot4. Hongarije is bezet door de Turken; ik vrees dat deze storm de hele wereld over gaat, en wel in korte tijd. Ik vind het vervelend dat je huiselijke zorgen hebt, waar ikzelf ook geregeld door gekweld word. Maar het is belangrijk dat de geest gehard is tegen alle omstandigheden. Het ga je goed, dierbaarste van alle stervelingen. Freiburg, de achtste dag vanaf Sint-Maarten, 1529 Je herkent de hand van je vriend Aan de zeer illustere professor in de rechten, de heer Bonifacius Amerbach. Bazel |
|