De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 14. Brieven 1926-2081
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2071 Van Adolf Eichholz
| |
[pagina 321]
| |
loze brieven die overal vandaan kwamen gebukt ging, zonder deze onbeduidende brief aan uwe eerwaarde van mij zou terugkeren. Daarmee wilde ik in de eerste plaats laten weten dat ik in goede gezondheid verkeer en daarnaast uw laatste briefGa naar voetnoot3. aan Adolf (waarin u beloofde dat u een keer uitvoeriger zou schrijven) weliswaar niet erg verzorgd maar enigszins voor de vuist weg beantwoorden. Ik zou wensen dat u met al uw vriendelijkheid (waarmee u in hoge mate uitmunt) daarin niet op de elegantie van de stijl let - want mijn muze is nogal ruw - maar op de oprechtheid van mijn gevoelens jegens u en dat u hier welwillend tegenover staat. Maar laten we naar mijn reis terugkeren. Toen ik eindelijk in Boppard aan land was gegaan, ontmoette ik met Felix de douanier Christoph...,Ga naar voetnoot4. van wie ik weet dat hij een zeer trouwe vriend van u is, met de bedoeling dat hij, als hij tijd had, een brief voor u zou geven (uw vriend Johann Flaming was intussen niet aanwezig). Maar Christoph verontschuldigde zich wegens tijdgebrek en droeg Felix op dat hij hem bij u op alle mogelijke manieren met hartelijke groeten zou aanbevelen. Bovendien eerde hij vanwege uw grote reputatie ons beiden met voortreffelijke douanewijn om deze op het schip te nuttigen. Daarna heb ik in mijn dorp Heimbach Felix gastvrijheid verleend om intussen een geschiktere gelegenheid te hebben u te schrijven. Maar om niet al te praatziek over te komen zal ik met een paar woorden eindigen en graag ruimte geven voor meer sierlijke en geleerde brieven die anderen u schrijven. Vaarwel, mijn beste en grootste mecenas. Ik hoop dat u gezond en gelukkig even lang als Nestor leeft. Verwelkom en koester uw vriend Eichholz die zich voor altijd aanbevolen houdt, en behandel hem zelfs als uw persoonlijke dienaar. Uit het dorp Heimbach, in grote haast tussen de werkzaamheden en het lawaai van de wijnoogst, 23 oktober in het jaar van de genade van Christus 1528 Uw vriend, zo er ooit een was, Adolf Eichholz uit Keulen Nieuws zult u in grote overvloed ontvangen van Felix en via brieven van anderen. Aan de zeer welbespraakte Desiderius Erasmus van Rotterdam, zonder meer de belangrijkste theoloog, zijn altijd eerbiedwaardige leermeester |
|