De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 14. Brieven 1926-2081
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2025 Van Adrianus Cornelii Barlandus
| |
[pagina 214]
| |
Ik heb jouw Ciceronianus gelezen, waarin je tijdens je vlucht over de hele wereld ook in Zeeland aankomt. Hier reken je ook mij niet tot de wetenschappers, wat de grootste waardering kon zijn, maar tot de welbespraakte personen.Ga naar voetnoot3. Iets dergelijks kon ik bij mezelf niet herkennen. Toch was blij met het oordeel van zo'n belangrijk iemand. Via Nicolaas stuur ik je twee redevoeringen van CiceroGa naar voetnoot4. mee die door mij van aantekeningen zijn voorzien ten behoeve van hen die colleges retorica hier bij mij volgen. Nu behandel ik de Philippica ter verdediging van Sulpicius.Ga naar voetnoot5. Ik zou willen dat we jouw uitleg hadden over enkele redevoeringen van Cicero, waarmee je meteen de redenaarskunst zou toelichten. Geloof me, dat werk van je zou alle scholen stimuleren Cicero te lezen waar nu niets van Cicero wordt gedoceerd met uitzondering van brieven, waaruit de jeugd wel een verzorgd taalgebruik kan putten, maar geen overvloedige rijkdom aan woorden. Als ik gedaan kan krijgen dat je dit doet - misschien niet voor meer redevoeringen, maar dan in elk geval voor die tegen PompeiusGa naar voetnoot6. die doorgaans als eerste wordt gelezen - denk ik dat jij mij een geweldige dienst hebt bewezen en dat ik jou heel veel dank ben verschuldigd. Een paar jaar geleden heb jij een commentaar geschreven op Cicero's De officiis.Ga naar voetnoot7. Ik vraag je of we iets van Erasmus over de redevoeringen van de vorst van de welsprekendheid kunnen krijgen. Wat de zaken bij ons betreftGa naar voetnoot8. heb ik niets dat het vermelden waard is, omdat wat dagelijks gebeurt of wordt ondernomen op geen enkele manier mijn goedkeuring heeft. Alle geleerden hier wachten vol verlangen op de uitgave van Augustinus die jij hebt herzien en van fouten ontdaan.Ga naar voetnoot9. Met hem zul je leven en eeuwig leven, zoals je verdient, omdat je zijn mooiste geschriften tegen het onrecht van de onbekendheid hebt beschermd. Het ga je goed, zeer hoffelijke heer en leermeester. Leuven, daags voor Maria Hemelvaart Adrianus Barlandus, voor eeuwig je vriend Aan de uitmuntende theoloog Erasmus van Rotterdam |
|