De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 14. Brieven 1926-2081
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1981 Van Philipp Melanchthon
| |
[pagina 117]
| |
Het zou te lang duren om alle redenen van het stilzwijgen dat ik tot nu toe betracht heb op te sommen. Maar ik vraag je om eerder iedere andere reden aan te nemen dan een verandering van mijn gevoelens voor jou. Ik herinner me namelijk hoeveel meer ik jou persoonlijk dan anderen te danken heb en ik maak daar gewoonlijk geen geheim van. En omdat het onmogelijk is dat mensen wier talent en werk wij bewonderen ons niet ook zelf zeer dierbaar zijn, brengen jouw uitmuntende verstandelijke gaven mij, zelfs als ik me ertegen zou verzetten, tot een diepe genegenheid voor jou. Omdat de zaak er zo voorstaat, hoef jij niet te denken dat ik in de toekomst door buitensporig enthousiasme over iemand ertoe gebracht word met jou op voet van vijandschap te leven. Ik meende dat het mijn plicht was jou deze dingen te schrijven. Als ze jouw goedkeuring wegdragen, zul je mij zeker vrijspreken van die verdenkingen die in het eerste deel van de Hyperaspites verspreid staan. Ik heb namelijk gezien dat ik in het tweede deel milder besproken word.Ga naar voetnoot4. Want hoewel ik gewoonlijk niet verzwijg wat ik over die controverse denk, heb ik Luther toch nooit zo gemogen dat ik zijn hardheid in het debat goedkeurde: ik wil hem helemaal niet helpen en, om zo te zeggen, olie op het vuur gooien.Ga naar voetnoot5. En van deze opvatting van mij is Luther zelf mijn beste getuige. Was zo'n grimmige strijd tussen jullie maar nooit ontstaan! Want Luther heeft jouw waardigheid niet in acht genomen en aan de andere kant heb jij een totaal verkeerd beeld van hem geschetst. Ik vind hem althans een beter mens dan zoals hij overkomt op wie een oordeel over hem velt op grond van die agressieve teksten van hem. Jullie beider geestdrift zou van groter nut voor de kerk zijn als deze werd aangewend voor het beslechten van deze scheuringen. En moge Christus ervoor zorgen dat deze strijd tussen jullie verstomt! Jullie moeten geen scheidsrechters zijn van tweedracht maar van grootse daden. Ik zie dat je ook boos bent op Nesen.Ga naar voetnoot6. Wat hem betreft zou ik willen dat je mij gelooft dat hij tot zijn laatste adem een groot aanhanger van jou is geweest. Doorgaans sprak hij namelijk overal vol lof over jou. En ik zou niet aarzelen onder ede zelfs te verklaren dat hij in zijn toewijding aan jou altijd een uitzonderlijke loyaliteit aan de dag heeft gelegd. Het past niet bij jou wijsheid en vriendelijkheid om zomaar een afwijkende mening over een over- | |
[pagina 118]
| |
leden vriend te vormen. En hij is op zo'n manier overleden dat, zelfs als hij op een bepaald moment van zijn leven iets verkeerd had gedaan, het goed zou zijn dit te vergeten om te voorkomen dat zijn arme ziel verder belast wordt. Omdat jij doorgaat de letterenstudies te ondersteunen, bid ik Christus dat hij jouw inspanningen begunstigt. Ook al is dit tijdperk jou voor deze schitterende verdienste niet dankbaar genoeg, ik hoop niettemin dat ‘het oordeel van het nageslacht beter zal zijn’.Ga naar voetnoot7. Ook verdedig ik zo goed en zo kwaad als het gaat, als een gewoon soldaat jouw banier volgend, deze kwetsbare literatuur en deze studies die zijn opgeschrikt door de opschudding van deze tijden. Ik hoop dat mijn uiteenzetting van de Artikelen, waar jij over schrijft,Ga naar voetnoot8. jou niet heeft mishaagd. Hier stuit het op grote kritiek, omdat het gematigder was dan enkelen hadden gewild. Maar voor mij zal nooit iets belangrijker zijn dan de openbare rust. Omdat ik me hieraan wijd, heb ik degenen die in de kerken onderwijzen, en wel in opdracht van mijn vorst,Ga naar voetnoot9. aangespoord tot matiging. Veel geluk gewenst vanuit Jena in Thüringen, 23 maart 1528 Philipp Melanchthon |
|