De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 14. Brieven 1926-2081
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1980 Aan Alonso Manrique de Lara
| |
[pagina 116]
| |
Mijn ApologiaGa naar voetnoot2. is plotsklaps verschenen, terwijl het mijn uitdrukkelijke wens was dat hij niet gedrukt werd, niet alleen omdat ik vermoedde dat uwe excellentie dat liever wilde, maar ook omdat het voor mij van belang was dat deze kwestie geen verdere bekendheid kreeg. Deze zaak zou namelijk mijn vijanden, die al geërgerd genoeg waren, nog kwader maken en bij de meesten een niet geringe weerzin tegen mij aanwakkeren. Maar ik vraag om vergeving voor dit voorval in het eerste voorwoord,Ga naar voetnoot3. dat ik voor het andere heb geplaatst. Moge de Heer uwe excellentie ongedeerd behouden, hoogwaardige bisschop, en moge hij zich verwaardigen door middel van u en mensen zoals u de vrede en rust van zijn kerk te herstellen. Bazel, 21 maart 1528 Erasmus van Rotterdam, uwe bisschoppelijke hoogwaardigheid toegewijde dienaar, ik heb het eigenhandig ondertekend Ik heb een kopie van deze brief via iemand anders gestuurd. Aan de hoogwaardige excellentie en zeer illustere vorst Alfonso Manrique, bisschop van Sevilla, etc. |
|