1799 Aan Ludovicus Carinus
Bazel, 24 maart 1527
Hartelijk gegroet. Als je het goed met je gaat, zal ik het Jupiter vergeven dat hij je zo ruw heeft behandeld dat je van een zachtaardig iemand een gehard persoon bent geworden. Je bent veel te toegeeflijk voor de artsen. Als je koerier was, zou je het beter stellen. Leodegarius zie ik nergens. Hoe gevaarlijk is het zich voor sommige mensen verdienstelijk te maken! Ik kan de zes kronen die je mij zonder met mijn gewoonte en aard rekening te houden hebt opgedrongen, nog niet verwerken; jij bent iemand die veel geweld gebruikt. Ik heb je vriend Furster geantwoord, maar met een paar woorden.Ga naar voetnoot1. Zorg dat ik weet wat je doet en hoe je het maakt.
Bazel, 24 maart 1527. Je vriend Erasmus van Rotterdam
Ik zou de kanselierGa naar voetnoot2. een antwoord hebben gestuurd, maar tussen zoveel stapels papieren kon ik zijn brief niet vinden. Wil jij met je welsprekendheid de rol van een brief vervullen?
Aan Ludovicus Carinus, in Koblenz