De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 12. Brieven 1658-1801
(2014)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1773 Van Hieronymus Emser
| |
[pagina 242]
| |
De kanselier dr. Simon Pistoris staat geheel aan jouw kant, hij wijkt voor niemand en gelooft niet dat je iets verkeerd hebt geschreven, zelfs als duizend lieden als Cousturier, Cerdo en Béda tegen je tekeer zouden gaan. Van de vorst krijg je, mijn beste Erasmus, het antwoord van de koning van Engeland aan Luther,Ga naar voetnoot5. die nergens consequent is behalve tegen Erasmus. Als hij verstandig had gehandeld, was Erasmus voor hem nuttiger geweest dan welke koning ook. Daardoor word ik gedwongen te vermoeden dat hij een dwaas en door jouw Lof der zotheid wellicht gek is geworden. Want als hij verstandig was en niet met een noodlottige dwaasheid te kampen had, zou hij aan niemand meer te danken hebben dan aan Erasmus. Terwijl hij tegenover iedereen als het ware zijn mening herroept, durft hij nu uitsluitend Erasmus vastberaden tegenstand te bieden. Maar, om eerlijk te zijn, door je uitstel maak je je bij ons verdacht. Zorg er daarom voor dat je het tweede deel over de vrije wilGa naar voetnoot6. afmaakt zoals je hebt beloofd. Want onlangs heeft de koning je krachtig verdedigd en nu brengt hij Luther in het nauw doordat hij zegt: ‘Nu gaat het maar om één kwestie, namelijk of we Christus of jou moeten geloven et cetera.’ Wanneer jij op jouw beurt om een lijst van mijn boeken vraagt, maak je mij zoals je dat gewoon bent opnieuw belachelijk. Want wat zou dat jou aan voordeel kunnen bieden? Omdat Luther het arme volk met de volkstaal besmet, ben ík wel gedwongen hem in de volkstaal aan te vallen. Als ik geen rekening met het ongeletterde volk had gehouden, had ik wellicht bij de geletterden meer erkentelijkheid gekregen door in het Latijn te schrijven. Wellicht zou jij mijn talent hebben geprezen, ook al ontbrak het mij aan geleerdheid. Maar het draagt tot je roem bij, als ook onze woelige stroompjes naast de gouden rivier van je welsprekendheid zouden lopen. Want zo kan men eenvoudiger waarnemen hoe groot het verschil is tussen de glasheldere bronnen van Erasmus en de moerassen van mijn Phlegethon.Ga naar voetnoot7. Maar de koerier, die al reisvaardig is, wil niet dat ik nog langer schrijf. Het ga je goed, sieraad van onze eeuw, Dresden 25 december 1526 Je meest toegenegen vriend Emser Aan de prins van alle gewijde en profane letteren Desiderius Erasmus van Rotterdam, theoloog en hooggeachte leermeester |
|