De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 12. Brieven 1658-1801
(2014)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1757 Van Mercurino Gattinara
| |
[pagina 213]
| |
Toch verbaast het mij dat zo'n groot iemand als u zoveel waarde hecht aan de beschimpingen van dergelijke lieden, omdat tenminste naar mijn mening de christelijke gemeenschap in deze tijd in drie groepen verdeeld moet worden. De ene is, met dichtgestopte oren en geestelijk verblind, een fervent aanhanger van de paus van Rome, ongeacht of deze iets goeds of iets slechts beveelt of besluit. De tweede groep steunt door dik en dun de partij van Luther. Aangezien mensen van beide partijen hun eigen belang op het oog hebben, zijn ze niet in staat iets op juiste wijze te beoordelen en te aanvaarden dat iemand met hen van mening verschilt. Omdat de lof die zij toekennen, in werkelijkheid een belediging is, zo dient ook hun laster door mensen die een juiste opvatting hebben als ware lof opgevat te worden. Laat ik hieraan een derde groep toevoegen, die volledig het tegendeel is van de andere twee, namelijk van degenen die niets anders zoeken dan de glorie van God en het welzijn van de staat. Zodoende willen zij niets anders dan wat schandelijk is afkeuren, de deugd prijzen en zich aan geen enkele partij zogezegd met handen en voetenGa naar voetnoot2. binden. Daardoor is het voor hen nauwelijks mogelijk aan de scherpe tongen van hun critici te ontkomen, wanneer zij zich voornemen de waarheid te spreken. Als u dus beide partijen als tegenstander hebt, valt dat in ieder geval van staatswege te betreuren. Maar u verdient gelukwensen, omdat de derde groep helemaal die van u is; hij prijst altijd uw loffelijke verdiensten en van hem lof te ontvangen betekent ware roem. Het is altijd mijn wens geweest dat men de partij van Luthers aanhangers zo in het nauw bracht dat zij volledig werd uitgeroeid en andere misstanden werden aangepakt. Ik hoop dat dit onder auspiciën van onze keizer zal gebeuren. Tot op heden is er voor uw jaargeld niets gedaan. Toch zal er, geloof ik, wat worden ondernomen en beter dan u misschien had durven hopen. Inmiddels ben ik van mening dat u moet blijven waar u nu bent, totdat de woelingen van dit moment tot rust zijn gekomen. Wil mij met mijn nieuwe sympathiebetuiging tot uw vrienden rekenen. Het ga u goed. Granada, 1 oktober 1526 Uw goede en zeer toegenegen vriend Mercurino Gattinara |
|