De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534
(2012)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1509 Van Gian Matteo Giberti
| |
[pagina 336]
| |
Vader, was hem hoogst welkom; hoewel alleen al de populariteit van de auteur zou volstaan om het boek aan te bevelen, kwamen daar nog andere dingen bij om het boek werkelijk onweerstaanbaar te maken: de stijl, de vroomheid, de wijsheid en (om niet alles afzonderlijk op te noemen) uw overige pluspunten. Hij erkent uw verdiensten, hij heeft weet van uw inspanningen, en daarom zal hij bij de eerste gelegenheid niet aarzelen om uw middelen te verruimen en u te onderscheiden. Wat betreft uw opmerkingen over de privileges van de mensen van de universiteit van Leuven spijt het me dat de uitkomst niet aan u bericht is toen de zaak is afgehandeld; want dan zou u tot uw tevredenheid geoordeeld hebben dat door Clemens clement is opgetreden, zoals u wenst. Want bijna al uw landslieden, evenals de vorsten, verzetten zich tegen de mensen van Leuven en vroegen met de grootste nadruk niet alleen dat Clemens geen concessies zou doen, maar ook dat de concessie van Adrianus, die nog niet officieel gepubliceerd was, ongedaan gemaakt zou worden. Toch heeft zijne Heiligheid, die allen wil helpen en niemand wil benadelen, een middenweg gekozen, zodat hij het geschenk van Adrianus intact heeft gelaten voor Leuven, nee zelfs eerder uitgebreid heeft dan verkleind, met de ene uitzondering van de kardinaal van Luik.Ga naar voetnoot4. Zo heeft onze Heilige Vader zelf meer rekening gehouden met de beroemde universiteit, voedster van de vrije kunsten die schittert met Erasmus' naam, dan met haar vele en grote tegenstanders. In elk geval leken de belangenbehartigers van Leuven dit besluit toen in blijdschap te aanvaarden. Ik had liever gehad dat zij u geschreven hadden, niet alleen over de welwillendheid van zijne Heiligheid tegenover hen maar ook over mijn hulpvaardigheid. Zo denk ik, beste Erasmus, dat u als u hier geweest was, hetzelfde gevoeld zou hebben als ik en dat u niets anders had durven vragen dan wat nu toegekend is. Hierover heb ik misschien wijdlopiger geschreven dan nodig is, vooral hierom omdat mij opviel dat u zich voor de Leuvenaren drukker gemaakt hebt dan iemand zou doen die ervan op de hoogte was hoe de zaak afgehandeld is. Want omdat ik zo graag heb dat men u hier in alles gerieft, zowel ik zelf als anderen in opdracht van mij, heb ik het natuurlijk benauwd als ik niet gretig elke gelegenheid omhels die zich voordoet om u terwille te zijn, of als ik niet, indien ze me ontglipt, de reden van mijn weigering kan laten zien en u volkomen tevreden kan stellen zoals mijn genegenheid voor u dat vereist. Het ga u goed! Uw vriend Hovius zal, als hij me iets vraagt wat binnen mijn competentie valt, merken dat een aanbeveling van u bij mij een groot gewicht heeft. | |
[pagina 337]
| |
Rome, 19 oktober 1524 Waarlijk uw vriend, Gian Matteo Giberti, bisschop-elect van Verona |
|