De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534
(2012)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1461 Van Gilles de Busleyden
| |
[pagina 241]
| |
ik me buitengemeen verheug; want ik ervaar hem als exact de persoon zoals jij die beschrijft, een oprechte man, zeer geleerd, die onberispelijk de taken van een goede docent uitvoert. Ik vind het werkelijk heel vervelend dat jouw jaargeld je nog niet uitbetaald is.Ga naar voetnoot3. Ik zou graag hebben dat ik je bij die kwestie kan helpen! Mijn hoop is evenwel gevestigd op de thesaurier, Ruffault; hij is een groot supporter van jou, dat weet ik, dus hij zal je volgaarne terwille zijn als het ook maar enigszins mogelijk is ondanks de huidige plundering van de schatkist voor oorlogsvoering. Moge die uitnodiging aan jou van de koning van FrankrijkGa naar voetnoot4. je zoveel eer en zoveel voordeel bezorgen als welverdiend is en als ik jou toewens! Het is mij een geweldig genoegen te horen dat die grote koning met een zo grote uitgave het idee navolgt van mijn geliefde broerGa naar voetnoot5. zaliger nagedachtenis en zijn stichting zal kopiëren. Als dit werkelijkheid wordt, zie ik op grond van deze koninklijke navolging niet alleen meer roem toevallen aan mijn broer, maar ook dat ons Drietalencollege bij allen een nog betere naam krijgt. Je hebt er moeite mee dat je oude dag in een tijd terechtkomt waarin de groepering van Luther alles overhoop haalt: ook mij doet dit veel pijn. Maar er is ook iets waar ik erg blij mee ben: dat jij je wijsheid en je moed en je pen altijd zo hebt ingezet dat je nergens bent afgeweken van de plicht van een christenmens en van een goede theoloog, noch om bij iemand in de gratie te komen noch om iemand te schofferen; anderzijds zijn jouw vijanden er koppig naar blijven streven om ofwel jou hun eigen groepering binnen te lokken of te dwingen, ofwel je tegen je zin en onder luid protest de andere groep in te duwen. Rest jou, standvastige held, dapper door te gaan en te bedenken, dat hoe minder beloning je in deze ongelukkige wereld gekregen hebt, jou in de toekomstige wereld des te meer loon en roem te wachten staan van de kant van Christus: moge Christus jou, afgezien van gezondheid van je lichaam, volle moed schenken tegen al jouw vijanden, of beter tegen al zijn vijanden, en jou werkzame woorden ingeven om zijn volk te onderwijzen. Brussel, 1 juli 1524 Je oprechte vriend Gilles de Busleyden, eigenhandig geschreven Aan de heer Erasmus van Rotterdam, een man van excellente geleerdheid, en een onvergelijkelijke vriend |
|