De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534
(2012)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1439 Van Guillaume Budé
| |
[pagina 196]
| |
onderhoud met hem over iets anders (want hij had toevallig een geschikt tijdstip gevonden tijdens zijn onverwachte verblijf), waarbij niemand toehoorde en alle aanwezigen verderop stonden. Toen hij aandachtig naar mij luisterde, deed ik een poging de briefGa naar voetnoot2. in herinnering te brengen die ik hem onlangs had doen toekomen van Erasmus. Hij had mijn eerste woorden nog niet gehoord of hij vroeg: ‘Kunnen we die man verwachten, en zo ja, wanneer?’ Terwijl ik daarop allerlei redenen opperde waarom jij nog niet in staat was geweest alle voorbereidingen voor je komst te treffen, beloofde ik dat je in ieder geval zou komen bij de eerste de beste gelegenheid. Zorg er nu alsjeblieft voor, mijn beste, dat je deze belofte zo snel mogelijk in vervulling laat gaan, opdat ik hiervoor niet langer verantwoordelijk ben. Ik veronderstel dat jij nu met je mening heen en weer schommelt en nu eens hierheen, dan weer daarheen neigt, waarbij je op een slimme en handige manier die beslissing uitstelt. Ja, ik denk zelfs dat de situatie voor jou dezelfde is geworden als voor de man die de wolf bij de oren had gegrepen, zoals het spreekwoord gaat.Ga naar voetnoot3. Aangezien jij mij dus voorzichtig schijnt en bang lijkt dat je bescheiden maar zekere positie daar na je verhuizing hierheen verloren gaat, en je tegelijkertijd misschien vreest dat na je aankomst ook de voorwaarden van het aanbod van onze kant niet aan je verwachtingen voldoen, acht ik het mijn taak om met deze brief als met een officieel document je toekomst zeker te stellen, als je mij tenminste beschouwt als een betrouwbare borg voor wat is afgesproken. In elk geval kan ik het niet nalaten jou dit duidelijk en expliciet nader toe te lichten. Weet daarom, vriend, dat voor jou een specifieke hoge kerkelijke positie geoormerkt is,Ga naar voetnoot4. voor jou bestemd, die een aanzienlijk vast inkomen oplevert, wel zo'n vijfhonderd écus au soleil, denk ik, en nog een beetje meer; dat bedrag zal voor jou gereserveerd zijn terwijl je rustig leeft in een welbekende en mooi gelegen stad. Dus, mijn beste, laat deze prachtige gelegenheid niet meer schieten door je besluit van dag tot dag uit te stellen, want ik heb geen waardering voor overdreven nauwkeurige afwegingen. In elk geval zal men vinden dat je een verkeerde beslissing hebt genomen, onverstandig met het oog op je eigen belangen, en dat je je onhandig en ondankbaar hebt opgesteld jegens onze goede en grote koning. Zonder twijfel zul je door beschaafde en fijnbesnaarde mensen worden beschuldigd omdat je in hun ogen de fortuin kortzichtig hebt afgewezen toen ze zichzelf aanbood. Want wie, bij de voorzichtigheid zelve, wie van de verstandige mensen zal jou aanraden nog te aarzelen terwijl ik je verzeker dat de hele zaak voor jou | |
[pagina 197]
| |
is geregeld door mensen die je welgezind zijn, dat het ook nog eens veilig en betrouwbaar is en dat, voor zover menselijkerwijs valt te voorzien, door ons geen enkele voorzorgsmaatregel over het hoofd is gezien tegen de grillen van het lot en de kwaadaardigheid van de mensen? En hoewel ik anderszins geen hoge dunk heb van mijn eigen mogelijkheden, ben ik toch van mening dat ik voor deze garantie zeer betrouwbaar ben. Natuurlijk weet je dat ik je voorheen niet erg heb lastiggevallen met betrekking tot het aanbod dat ze je eerder deden,Ga naar voetnoot5. en dat ik mijn advies en mijn mening steeds voor me gehouden heb zolang als volgens mij de zekerheid van je benoeming onvoldoende was gewaarborgd. Ik was het zeker met je eens dat je daar moest blijven toen men je schitterende hoop voorspiegelde: meer voor het moment dan met garanties en zekerheid. Want ik zag toen dat van degenen die zich intensief met jouw geschriften bezighielden, sommigen deze zaak al op zich hadden genomen en dat anderen er flink op gebrand waren met hen samen te werken om de beroemde Erasmus ons land binnen te halen: de man die wis en waarachtig de serieuze vakken een stevige basis kan geven met zijn grote en doeltreffende inzet, en die zeker binnenkort ook de verbeterde theologie in Frankrijk een plaats zal geven en bovendien natuurlijk de roem van die geaffecteerd sprekende lieden die daarover verwaand college geven, in de schaduw zal stellen. Toen ik dat gezien had, leek het alsof ik me niet met de zaak bezig hield, omdat ik mezelf niet rekende tot diegenen die openlijk om jou vroegen en die om deze vernieuwing baden. Ik begon de zaak pas aan te pakken op het moment dat ik onmiskenbaar zag dat het beneficie voor jou was opgezet en voor jou gereserveerd, voorbestemd om onmiddellijk aan jou te worden gegeven zodra je zou arriveren. Dit heb ik weer van de koning zelf vernomen met mijn eigen oren, waarbij hij mij verzocht deze zaak aan jou te bevestigen wanneer ik daartoe een reden of een aanleiding zou hebben. Indien je dus geen volslagen afkeer hebt van het gangbare leven hier en ons land beschouwt als niet ongeschikt om je op filosofie toe te leggen - want het is je niet onbekend omdat je er vroeger hebt gewoond - weet dan dat je in de koning een man zult ontdekken van grote voorkomendheid en uiterste begaafdheid en dat je in hem niets excessiefs zult vinden buiten zijn vrijgevigheid. Zorg ervoor dat ik op de hoogte word gesteld als deze brief je bereikt, en wel bij de eerste gelegenheid, en breng mijn groet over aan Cantiuncula, een uitstekende man en jou bijzonder toegewijd. Parijs, 11 april |
|