De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 8. Brieven 1122-1251
(2011)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1251 Van Johannes Sapidus
| |
[pagina 362]
| |
laat het ook niet makkelijk toe. Toch kon ik het niet over mijn hart verkrijgen de jongelui, gezegend wat betreft karakter én verstand, die u zeer bewonderen en - met meer ernst dan gevoel voor timing - een zo eervol verzoek doen, niet ter wille te zijn. Ik weet dat ik me in dit geval onbeleefd gedraag: ik behoorde zoiets volstrekt niet aan je te vragen; ik ken echter ook jouw vriendelijkheid, die te groot is om mijn verzoek verkeerd op te nemen. Daarom hangt het van jou af, of liever, laat het jouw taak zijn om, zoals ze mij vermurwden om jou, mij op mijn beurt toe te staan jou te vermurwen om hen. Dat zal je doen wanneer je hun - en dat is het enige wat ze gedaan willen krijgen - jouw aanblik vergunt. Hun haastig vertrek laat niet toe dat ik meer schrijf. Ik zou graag willen dat iedereen daar van mij de groeten krijgt. Het ga je goed. 30 december 1521 Aan de heer Erasmus van Rotterdam, de geleerdste van iedereen, zijn grote en invloedrijke leermeester |
|