1190 Aan Maarten Lips
[Leuven, ca. maart 1521]
Desiderius Erasmus van Rotterdam groet heer Maarten Lips
Dierbare broeder in Christus, zo erg als ik het vond dat je ziek was, zo blij ben ik dat je beter bent. Nu moet je nog zorgen dat je geen terugval krijgt en het kalm aan doet. Ik heb de bode drie filippenGa naar voetnoot1. meegegeven, voor het geval je ze terug wilt. Wil je de eerbiedwaardige patriarch van jullie college, Jan Aerts, namens mij hartelijk danken voor het geschenkje? Ik zal eens nadenken over een tegenprestatie, wanneer de gelegenheid zich voordoet. De Parafrasen zijn er nog niet.Ga naar voetnoot2. Ik zou je een bezoek hebben gebracht, maar mijn hele lijf heeft van de stormen een soort koorts opgelopen. Zodra het een beetje beter gaat, kom ik een keer langs. De reis staat nog niet helemaal vast. Ik wacht op een brief uit Worms.Ga naar voetnoot3. Het ga je goed, mijn beste Maarten. De Here Jezus, bron en hernieuwer van al ons heil, moge je geest en lichaam versterken.