De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 8. Brieven 1122-1251
(2011)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1188 Aan Nicolaas Everaerts
| |
[pagina 175]
| |
van dergelijke monsters, verwent ze, ja, maakt ze zelfs tot tirannen. Het enige wat je volgens mij tegen dit soort lieden kunt doen, is ervoor zorgen dat ze geen giften meer ontvangen en hun de toegang tot de huizen van rechtschapen mensen wordt ontzegd. Laten jonge mensen worden onderricht door hun ouders, vrouwen door hun echtgenoten, laten ze biechten bij hun pastoor. Ontneem de predikanten hun toehoorders; ja, laat de meerderheid opstaan en huiswaarts keren wanneer ze op een dergelijke manier beginnen te razen. Dit soort maatregelen zal ervoor zorgen dat ze in elk geval op gematigder toon tekeergaan. De mensen hier bevestigen dat een plakkaat is opgesteld, nog veel grimmiger dan de pauselijke bul;Ga naar voetnoot2. een of andere duistere angst staat het uitvaardigen ervan in de weg. Ik verbaas me er werkelijk over dat de paus een dergelijke zaak afhandelt via dergelijke mensen, voor een deel dom, maar allemaal in elk geval mateloos arrogant. Bestaat er een hooghartiger en meer van zijn verstand beroofd wezen dan kardinaal Cajetanus, dan Karl von Miltitz, dan Marino,Ga naar voetnoot3. dan Aleandro? Ze houden allemaal van de raad die de jonge mannen gaven: ‘Mijn pink is dikker dan mijns vaders lendenen’, enz.Ga naar voetnoot4. Aleandro is evident een maniak, een boosaardig en dwaas mens. Antonio Pucci in Zwitserland is een ongelofelijk opvliegend persoon zonder zelfbeheersing. In Parijs wordt Luther vooral door twee mensen aangevallen: De Quercu,Ga naar voetnoot5. een Normandiër, een giftig oud mannetje, en Béda van Standonck,Ga naar voetnoot6. eerder een blok hout dan een mens. Naar ik hoor gaat men nu met vergif te werk; in Parijs zijn er een paar uit de weg geruimd die Luther openlijk verdedigden. Misschien hoort dat bij hun opdracht: dat de vijanden van de Roomse stoel (zo noemen ze immers mensen die niet klakkeloos doen wat die harpijen zeg- | |
[pagina 176]
| |
gen) met vergif uit de weg worden geruimd, omdat ze niet op een andere manier eronder te krijgen zijn; dit alles met de pauselijke zegen. Aleandro verstaat die kunst goed. Hij nodigde me in KeulenGa naar voetnoot7. heel nadrukkelijk uit voor het eten; hoe meer hij aandrong, hoe stelliger ik de uitnodiging afsloeg. Een middel dat de aflaten zal tegengaan is, dat er niets betaald wordt; tot zich een betere gelegenheid voordoet om een eind te maken aan deze goddeloze vorm van handeldrijven. Ik ben, geachte heer, nogal openhartig geweest tegenover u. Zorgt u vooral dat de brief niet in veler handen terechtkomt; want de Duitsers publiceren alles wat ze te pakken kunnen krijgen. Het ga u en de uwen goed. Doet u Jacob Mauritsz en Sasbout de groeten. Mechelen. In haast in de herberg, toen zich toevallig brenger dezes had aangediend. |
|