1070 Aan Maarten Lips
[Leuven, eind februari 1520]
Erasmus aan Maarten Lips van Brussel, kanunnik van Sint-Maartensdal te Leuven, gegroet
Ik klaag niet dat je mij onvoldoende waardeert, maar je onderwaardeert mij als je mijn aantekeningen verkiest boven die van Lee, want wat hij schrijft, zijn niet eens aantekeningen. Rondom Luther is men een domme rel begonnen die tot weinig goeds zal leiden.Ga naar voetnoot1. Later zal blijken dat ik niet Luther steun, maar de rust in de christenheid. Wat Luther ook heeft geschreven, geen verstandig mens is gelukkig met de huidige commotie. Je zou een reden hebben ontevreden te zijn met je lotGa naar voetnoot2. als niet ieder mens overal genoeg te verdragen zou hebben. De gemakkelijkste manier om je nood te verlichten als die onontkoombaar is, is je zo goed mogelijk te schikken, want van bediening veranderen, misschien om er iets slechters voor terug te krijgen, is geen goed idee.
Ik verlaat jullie niet, maar ik ben uitgeput door mijn overmatige studiewerk en ga enkele uitstapjes maken, niet ver van Leuven, om te voorkomen dat de vastentijd me nekt. Ik hoop dat de komst van de koningGa naar voetnoot3. een eind zal maken aan de beschamende heibel hier. Vraag onze vriend LuxemburgGa naar voetnoot4. of hij morgen gezellig wil komen eten en kom zelf met hem mee als je kunt, want dat je wilt, is me wel duidelijk. Het ga je goed, mijn beste Maarten.
Vanuit mijn heiligdom der muzen, [1519]