881 Aan Johannes Longicampianus
Leuven, 20 oktober [1518]
Hartelijk gegroet. De zeer geleerde Eobanus gaf me je brief met de twee redevoeringen, zij het slecht overgeschreven. Ik heb je brief aan Van Dorp laten bezorgen. Hoe het met mij gesteld is, kun je lezen in mijn brief aan Rhenanus, als je daar tijd voor hebt. Dit was voor mij een weinig voorspoedig jaar; de grote en almachtige God geve dat gelukkiger zullen volgen. Je gezindheid jegens mij stelde ik bijzonder op prijs, maar ook het eerbetoon. Je moet namens mij de groeten doen aan Wolfgang Angst en die vriendelijke mensen uit Franken, met wie ik de laatste keer at, en ook aan de anderen die Erasmus welgezind zijn. Ook hier zijn vonkjes van de pest, maar niet erg en van elders afkomstig. De lucht is onbedorven. Het ga je goed, zeer geleerde en vriendelijke Longicampianus. Groet de juristGa naar voetnoot1. die op de boot voor ons zijn redevoeringen uitsprak.
Leuven, 20 oktober
Erasmus, van harte de jouwe