516 Aan Pieter Gillis
Brussel, 20 januari 1517
Erasmus aan Pieter Gillis, gegroet
Ik ben blij met de geboorte van je dochter en feliciteer je dat je Tunstall hebt als peetvader. Deze tijd kent geen geleerder, betere of vriendelijker man. Vooruit, zorg dat je het principe van het afwisselen in je kinderen handhaaft, zodat je een gelijk aantal zonen en dochters krijgt. Nu Tunstall me ontnomen is lijk ik nog amper te leven en ik zie niet waarheen ik kan vluchten. Mountjoy is nog verder weg. Ook al ben ik in Leuven weer min of meer in genade aangenomen bij de theologen, de stad zou me toch tamelijk hard ontvangen in de vasten. Ik ben niet van plan hier lang te blijven. Als jij me zonder al te veel moeilijkheden een kamer met een latrine kunt afstaan, zal ik misschien naar jullie komen om datgene in gereedheid te brengen wat ik naar Bazel moet sturen. Wat je dan zult uitgeven boven je normale uitgaven, wil ik voor mijn rekening nemen. Op die manier zullen we elkaar niet te veel tot last zijn. Zorg dat je me het zo snel mogelijk laat weten, maar verander nog niets aan je huis totdat ik, door jou verwittigd, je een seintje geef. Ik hoor tot nu toe niets over mijn geld en dat is toch belangrijk voor me, want het moet niet te lang in de handen van die woekeraars blijven. Ik bid dat alles