De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 4. Brieven 446-593

513 Van Thomas More
Londen, 13 januari 1517

Ik denk dat het met het contract van Maruffo^1. net zoiets is als met mijn brieven: het verbaast me als je ze kunt lezen. Maar vergeef me, mijn beste Erasmus, want eigenlijk heb ik geen tijd om te schrijven en niet de geestelijke rust om na te denken, zo word ik voortdurend in beslag genomen door bezigheden. Maar als je het geld ontvangen hebt van Maruffo, schrijf dan even aan Canterbury^2. zodat Maruffo het bedrag ontvangt dat hij heeft betaald. Ik heb onze vriend Busleiden per brief bedankt. Zeg Desmarais niet minder dan Gillis mijn dank, want zij wilden jou het krediet geven van wat

1. Zie brief 499.

2. William Warham.

[p. 156]

zij schreven.^3. Je zult niet geloven hoe toegewijd Linacre jou is en wat voor een scherp verdediger van jouw werken. Ik heb nog niet kunnen uitvissen waarom Grocyn je zo graag wilde ontmoeten, want hij is nog niet naar Londen gekomen. Vaarwel, mijn dierbare Erasmus.

In haast, op de feestdag van Hilarius

3. In hun voorwoorden bij de Utopia.