508 Van William Blount, heer van Mountjoy
Doornik, 4 januari 1517
Met grote dankbaarheid heb ik je briefGa naar voetnoot1. samen met het boek over het eiland Utopia ontvangen, aangezien de brief komt van iemand die ik zeer liefheb en het boek is uitgegeven door hem die niet alleen door zijn geleerdheid maar ook door een nauwe vriendschap onder de eersten hoort met wie ik altijd omga. Ik heb zijn werk nog niet gelezen, overstelpt als ik ben door drukke zaken, maar ik zal het binnenkort doen. Zo zal ik, aangezien ik op het ogenblik niet kan genieten van More's gezelschap, hem in ieder geval toch in zijn Utopia ontmoeten. Overigens wil ik graag alles weten over jouw aangelegenheden: geniet je van het gezelschap van onze vriend Tunstall, een man die je om vele redenen zeer aangenaam moet vinden, en ben je al in het bezit van de prebende die je onlangs is toegekend of van enig jaargeld van de vorst,Ga naar voetnoot2. met alle overwegingen over het nut en het genoegen daarvan? Want hoewel het ver buiten mijn vermogen ligt je gelukkig te maken met een geschenk dat je verdient, wil ik toch niet zo ondankbaar lijken dat ik niet wens dat je door anderen gelukkig bent, zodat je eindelijk kunt wijden aan je literaire werk tot het gemeenschappelijk nut van alle studerenden. Het ga je ondertussen goed en als je ooit enige tijd over hebt en je verwaardigt me op te zoeken, dan zul je me een zeer welkome daad bewijzen.
Ik heb nog niets zekers gehoord over mijn terugkeer naar Engeland.Ga naar voetnoot3. Ik vraag je de eerwaarde heer kanselierGa naar voetnoot4. uit mijn naam hartelijk te groeten. Nogmaals, vaarwel.
Vanuit Doornik, 4 januari
Oprechte de jouwe, G. Mountjoy