De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 2. Brieven 142-297
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd293 Aan William Warham
| |
Aan de zeer doorluchtige vader William, aartsbisschop van Canterbury, primaat van Engeland, van Erasmus van Rotterdam, gegroetIk heb altijd een even grote afkeer gehad van ondankbaarheid als de Achilles van Homerus van de leugen. Toen ik dan ook overwoog wat ik allemaal aan uw goedheid te danken had, kwam nog een andere gedachte bij me op: men kan gewone vrienden danken met de gebruikelijke geschenken, maar zelfs de poging om een zo uitmuntend man, een waarlijk primaat, dank te betuigen ligt zo ver buiten het bereik van de dankbare ontvanger, dat dat nog eerder doet denken aan een vorm van ondankbaarheid en zelfs onbeschaamdheid. Daarom dacht ik er het beste aan te doen u met een literair geschenkje, als een boeketje geplukt uit de tuinen der muzen, duidelijk te maken hoeveel dankbaarheid en genegenheid ik voor u voel. Ik stuur u dus met de beste wensen de Saturnalia van Lucianus toe in een Latijns gewaad. Het is een geestig boekje, als ik me niet vergis, dat ik nog aan niemand anders heb opgedragen en bovenal geschikt als u wat te lachen wilt hebben; als dat nog kan, juist bij de massa beslommeringen die, om het in Horatius' woorden te zeggen,Ga naar voetnoot1. door uw hoofd spoken en u van alle kanten belagen. Waarom zou je het mensen op de belangrijkste posities euvel duiden als zij hun geest, uitgeput van de zorgen, met een lach kunnen opfrissen? Bij HesiodusGa naar voetnoot2. lacht toch ook Jupiter, de vader van goden en mensen. Dit geldt in het bijzonder als de humor is zoals | |
[pagina 254]
| |
ik die hier zie, noch vulgair, noch smakeloos en misschien soms zelfs vruchtbaarder dan al die serieuze en vervelende bezigheden. Vaarwel, zeer eerwaarde vader, en ga alstublieft door, zoals u steeds al doet, uw Erasmus te beschermen tegen het monster, dat erger is dan dat van Lerna.Ga naar voetnoot3. |
|