De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 2. Brieven 142-297
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd227 Aan John Colet
| |
[pagina 154]
| |
wil steunen met een kleine gift. O bedelarij! Ik weet heel goed dat je nu weer lacht. Maar ik haat mezelf en ik ben vastbesloten ofwel een of ander fortuin te verwerven dat mij van dat gebedel bevrijdt ofwel Diogenes na te volgen. Nogmaals, vaarwel. Cambridge, 12 september Als je wat geld onder je beheer hebt dat bestemd is om subsidies te verlenen, vraag ik je enkele nobels te sturen aan Richard Croke, de vroegere dienaar en leerling van Grocyn, die zich nu in Parijs wijdt aan de schone letteren. De jongeman wekt grote verwachtingen en je zult er geen spijt van krijgen hem te hebben gesteund, of ik moet mij erg vergissen. Nogmaals vaarwel, mijn unieke leraar. Cambridge |
|