De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 2. Brieven 142-297

[p. 119]

202 Aan Jacob Mauritsz
Florence, 4 november [1506]

Erasmus van Rotterdam aan meester Jacob Mauritsz, zeergeleerde licentiaat in de beide rechten

Gode zij dank, Erasmus leeft nog, het gaat hem goed en hij denkt voortdurend aan jou. Hij verzoekt je hem de dienst te bewijzen dit briefje zo snel mogelijk aan meester Johan Obrecht te laten bezorgen; ik vraag je het niet vervelend te vinden dat ik zo'n klein beroep op je doe. Er gebeurt hier in Italië veel wat het vermelden waard is, maar de koerier staat al op het punt te vertrekken. Groet de zeer geleerde arts heer Reinier,^1. en ook Hendrik^2. en alle andere vrienden. Vaarwel en het beste met je gezin.

Florence, 4 november

1. Reinier Snoy.

2. Als magistraat aangeduid in brief 190.