en reist dan via Orléans en Lyon over de Alpen naar Turijn. Tijdens zijn reis over de Alpen schrijft hij een van zijn beste gedichten, De senectute, opgedragen aan Guillaume Cop.
En passant haalt hij zijn doctoraal in de theologie in Turijn en is hij op 11 november 1506 getuige van de martiale triomftocht van Julius ii in Bologna, een schouwspel dat hem diep schokt. In Venetië maakt hij kennis met Aldo Manuzio, wiens drukkerij het trefpunt is van talrijke geleerden. In de drukkerij zelf werkt hij, terwijl de drukpersen al draaien, aan aanvullingen en verbeteringen voor zijn Adagiorum chiliades, een mijlpaal in zijn carrière.
Enthousiaste brieven van zijn Engelse vrienden over de mogelijkheden die daar zijn ontstaan door de dood van Hendrik vii en de troonsbestijging van Hendrik viii, lokken hem terug naar Engeland. Daar aangekomen schrijft hij, in het huis van zijn vriend More en lijdend aan niersteen, zijn Lof der zotheid. Samen met een andere, hem zeer dierbare vriend, Andrea Ammonio, probeert hij verdere dispensaties te verkrijgen van Leo x. Tot 1514 verblijft hij in Engeland, maar teleurgesteld door het uitblijven van een prebende keert hij naar het vasteland terug. Aangekomen in Ham, waar Mountjoy de scepter zwaait, vindt hij een brief van Servaas Rogier die, tot prior benoemd, hem dringend verzoekt terug te keren naar zijn klooster in Stein. Erasmus piekert er niet over en schrijft, geïrriteerd, een antwoord waarin hij al zijn grieven tegen Holland in het algemeen en tegen Stein in het bijzonder nog eens uitvoerig uiteenzet.
Erasmus is een lange weg gegaan in deel 2: van een relatief onbekende persoon is hij, door zijn Handboek voor de christensoldaat, zijn Adagiorum chiliades en zijn Lof der zotheid een man geworden die weet dat de ogen van heel Europa op hem zijn gericht. Hij is klaar voor de grote triomftocht die hem in Duitsland te wachten staat.
Oktober 2004
Theo Steens