Tuin van Eros(1932)–Jan Engelman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] Gebed in 't Duister Heer, behoed haar in de wereld die ik lang mijn eigen noem. In haar oogen staat bepereld met uw eigen dauw de bloem van een onverwelkbaar minnen uit den grond der ziel geteeld. En geen stervling zal bezinnen op het eeuwig Aanvangsbeeld 'lijk uw knecht, die hare leden in het schemerlicht onthult, die zich, stamelend gebeden, aan háár wil alleen vervult. Lang voor 't eerste dagegloren, lang na Venus' gouden schijn kniel ik, uwe stem te hooren uit die weelde, uit die pijn, [pagina 53] [p. 53] uit dien tuin, bedekt, bedwereld met een bloesem van Voorheen. Heer, behoed haar in de wereld, doe uw mantel om ons heen! Vorige Volgende