Inleiding
De behoefte aan een Nederlands standaardwerk op voetbalgebied kwam reeds tijdens de laatste oorlog in de boezem van het Bondsbestuur van de K.N.V.B. naar boven en resulteerde in een door ons als zeer vererend beschouwde opdracht aan mijn collega C.H. Geudeker en mij om ons met de samenstelling daarvan te belasten. Wij hebben ons daarvan gaarne gekweten en slechts de grote na-oorlogse moeilijkheden, verbonden aan het uitgeven van boeken, zijn er de oorzaak van dat eerst nu dit werk het licht ziet.
De omstandigheden hebben er toe geleid, dat het schrijven van het boek tenslotte nagenoeg geheel door mij is geschied. Ik heb daarbij echter alle medewerking gehad van de heer Geudeker, met wie ik de stof uit en ter na besproken heb, zodat onze gezamenlijke denkbeelden in dit boek verwerkt zijn.
Bij het samenstellen van de stof heb ik allereerst met grote dankbaarheid gebruik gemaakt van het boek, dat als de voorganger van dit werk te beschouwen is: ‘Voetbal’ van C.J. Groothoff. Dit werk was echter, ondanks de vernieuwingen die telkens in nieuwe drukken waren aangebracht, enigszins als verouderd te beschouwen, hetgeen wel goed tot uiting kwam op de cursussen voor candidaat-oefenmeesters, waar zijn werk als verplicht studieboek beschouwd werd. Niettemin hebben veel van Groothoff's gedachten en beschouwingen de basis gevormd van enkele hoofdstukken van dit boek.
Bij de samenstelling van de hoofdstukken ‘Techniek’, ‘Tactiek’ en ‘Spelsystemen’ heeft de Technische Commissie van de K.N.V.B. mij met raad en daad bijgestaan en met dankbaarheid worde gememoreerd dat de Bondsoefenmeester K.J. Kaufman mij met het samenstellen en doorgeven van zijn volledige oefenstof een grote dienst bewezen heeft, die de waarde van dit boek heeft verhoogd.
Het hoofdstuk ‘Geestelijke voorbereiding’ is vanzelfsprekend ter goedkeuring voorgelegd aan de heer K.J.J. Lotsy, aan wie eveneens dank moge worden gebracht.
Twee speciale hoofdstukken heb ik liever doen samenstellen door specialisten op dit gebied. Het moeilijke en belangrijke vraagstuk van de jeugdleiding in de voetbalsport is uitvoerig behandeld door een jeugdsportleider, die ongenoemd wenste te blijven. De medische zijde van de voetbalsport tenslotte is behandeld door Dr. C.J. van Mervennée.
Zo is met veler zeer gewaardeerde medewerking dit boek ontstaan. Gestreefd is naar een zo volledig mogelijke behandeling, waarbij nochtans de vrees nu al moet worden uitgesproken, dat bepaalde onderdelen niet of onvoldoende behandeld zijn. In dit verband houd ik mij voor op- en aanmerkingen ten zeerste aanbevolen. De snelle