‘Eigenwijze kwast,’ fluisterde Loyd achter zijn hand, ‘meneer gaat op de preekstoel.’
Glenns hoofd zakte op zijn borst. Toen hij het weer ophief, gleed zijn blik over de zaal als nam hij de mensen daar een voor een op. Zo bleef hij enkele tellen staan.
Hij begon te spreken op een heel natuurlijke toon: ‘Mag ik me voorstellen. Ik heet Clown, gewoon Clown, zoals alle clowns van de wereld. Tussen de nummers door treed ik op en ben dus de bladvulling van de show. Toch weet ik dat ik met mijn kapriolen en malle gezichten jullie harten verover. Alsof ik Cupido's pijlen op jullie afschiet.
‘Mijn stunts op het koord vinden jullie geweldig en voor de klappen die ik van mezelf en van anderen krijg, oogst ik altijd uitbundig gejoel. Om jullie te laten lachen moet ik altijd weer vallen en tuimelen, ongeacht of ik me daarbij bezeer.
‘Ik moet alleen maar een masker zijn zonder emoties, of het eeuwige masker zoals u wilt. De eeuwig-gekke, de eeuwig-gelukkige.
‘Ik word verondersteld slechts in staat te zijn tot het maken van kunstjes, geen kunst.
‘Ik ben de clown, die zich evenals de leeuw, de apen en de paarden van het circus een getemd dier weet, waar jullie - het publiek - de meester van zijn.
‘Maar er komt een dag dat ik het masker laat vallen en alle schmink van mijn gezicht veeg. Mijn van verdriet vertrokken lippen zullen zich vormen tot een grijns, een niet-geakteerd grimas.