Uit Spanje
(1886)–Marcellus Emants– Auteursrecht onbekend
[pagina 227]
| |||||
's-Gravenhage. 1 October 1886.Zoo is dan niet alleen mijne belofte van 26 December 1885 vervuld, maar ook het besluit, verleden voorjaar te GranadaGa naar voetnoot*) genomen, geheel ten uitvoer gebracht. Twee vragen kwamen onder het afdrukken der epistelen in mij op:
Geen van beide vragen kan ik volkomen bevestigend beantwoorden. Menige beschrijving heeft zich een plaatsje veroverd tusschen de vertolkingen der indrukken, en van een afgerond geheel is zoo weinig sprake, dat ik geen gunstiger titel heb kunnen vinden dan de vage: uit Spanje. Ware het boek eene schilderij, dan zou men de aanmerking kunnen maken, dat gebrek aan eenheid er een hoofdfout van is. Hier werd de kleur, ginds de teekening beter verzorgd; op de eene plaats was de behandeling oppervlakkig, op de andere uitvoerig; overal doet zich het ontbreken van een vooraf beraamd plan gelden, dat een maatstaf aan de hand zou gedaan | |||||
[pagina 228]
| |||||
hebben om de betrekkelijke waarde van de voltooide détails te bepalen. Ondanks dit alles heb ik gemeend naderhand niet veel wijzigingen of aanvullingen meer te moeten opnemen of inlasschen. Telkens had ik terstond opgeteekend wat mij trof, dadelijk den ontvangen indruk verwerkt. De ongelijkheid der behandeling was dus een rechtstreeksch gevolg van de ongelijke kracht, waarmee het aanschouwde mij had getroffen en zich in mijn geheugen geprent. Nu is juist deze ongelijke kracht oorzaak, dat men zich sommige gewaarwordingen zoo duidelijk blijft herinneren, andere daarentegen zoo snel weer vergeet. Ten slotte gelijkt het achtergebleven beeld van elke reis op een bergachtig landschap in herfstnevel: sommige hooge spitsen steken scherp en kleurig tegen den blauwen hemel af, diepe dalen echter zijn als weggevaagd in den damp. Had ik dus mij niet geheel aan mijn oorspronkelijk streven gehouden, misschien was het mij daardoor beter gelukt mijn toekomstigen lezer den eigenaardigen indruk te geven (bladzijde 2) als had hij ‘lang geleden, de reis zelf gemaakt, en het toen aanschouwde nu weêr met mij eens besproken.’ In de hoop dit doel werkelijk bereikt te hebben, zend ik mijne opstellen dus onveranderd de wereld in. Ieder, die wel eens op reis is geweest, weet dat er een bijzonder genoegen in ligt het doorleefde - ook al was dit verre van plezierig - later weder eens te overdenken en te bespreken. Smaakt de lezer onder de lectuur van uit Spanje een soortgelijk genot, dan is de schrijver tevreden. |
|