16 oktober 1888
Boele is P.A.M. Boele van Hensbroek,
mede-redacteur van De Nederlandsche Spectator en werkend
lid van O.K.K. waar hij bij de lezing van SK. aanwezig was. - E. verweert
zich in deze brief tegen de kritiek van zijn vriend, die inderdaad van
‘verliederlijken’ gesproken had, zoals blijkt uit een
brief van 12/13 november 1888 aan I. Esser:
‘Wat Hogendorp van E.'s Jufvr. Lina schreef, ben ik geheel met hem
eens. (Dagblad van Maandag) “Lina” is technisch een
meesterstuk, anders gesproken (moreel, linguistisch, optimistisch) een
prul. “Gij verliederlijkt Uw talent” schreef ik
Emants’. (Verz. Lett. Museum). Baron van
Hogendorp schreef onder het pseudoniem
Damas in Het Vaderland; in 1887 werd hij
directeur-hoofdredacteur van het Dagblad van Zuid-Holland en
's-Gravenhage. Zijn stukken (ook dat over
Juffrouw Lina) werden bijeengebracht in een aantal
bundels Haagsche Omtrekken. - Gräfin Pustecla was een van de toneelstukken die SK. met het oog op een eventuele opvoering
aan E. ter beoordeling voorlegde. - In De Nieuwe Gids van
oktober 1888, blz. 144-146, schreef Lodewijk van
Deyssel onder Varia een stuk over ‘Zola, Gedecoreerd en
Akademielid’. - Couperus' eerste roman
Eline Vere
werd op dit tijdstip als feuilleton in Het Vaderland gepubliceerd.
16 Oct. 1888 den Haag.
Amice,
Na je jongste lezing alhier zei Boele: hoe komt die Kleine toch zoo reactionair?
Ik herhaal thans deze vraag. Man, man, weet je dan nog niet, dat alleen
oppervlakkige boeken of boeken over oppervlakkige menschen zonnig kunnen zijn?
Het bestaan van den intens-levenden mensch is óf een voortdurende
pijnlijke schuring òf eene korte, maar hevige ontploffing. In beide
gevallen overweegt pijn, smart enz. en liegt eene schildering,
die het tegendeel doet vermoeden. Daar ik niet heb willen twisten laat het mij
koud, dat je juffr. Lina troosteloos vindt; daar ik geen miskraam geschilderd
heb, trek ik het mij niet aan, dat je van een plezier om in het bloed te plassen
gewaagt. Waarom spreek je echter van verliederlijken, waar het een boek geldt,
waarin niets liederlijks voorkomt? Lina of te wel Dina was m.i. een zeer
merkwaardig mensch en wat kan je ten laste leggen aan een wezen, dat altijd het
zoogenaamd goede gedaan heeft, wier leven ééne
aaneengeschakelde verdienste was? - Bon goût, mauvais
goût, schoonheid en leelijkheid zijn m.i. misbruikte woorden, die ik
op het gebied van roman en novelle vervangen zou willen zien door
karakteristiek, juiste psychologische teekening, waarheid van effect enz: Een
handleiding tot kaas en zuivelbereiding, waarin men zou vinden hoe kaas wordt gemaakt en niet hoe
kaas moet of kan gemaakt worden, zou ik
gaarne eens zien. Bovendien heeft dit verwijt in mijn oogen al even weinig
kracht als het gepraat over photographceren. Waarom zeg je niet aan een
schilder: je schilderij zit al in je verfkist, want daar liggen al je