22 september 1880
Deze brief werd geschreven op E's tweede huwelijksreis, waarbij o.a.
Zwitserland, Italië, Egypte en Nubië werden bezocht.
Reisnotities hierover vindt men in
Langs den Nijl. Aantekeningen van een toerist. W.
Gosler, Haarlem 1884. - Het leven van De Banier is niet
meer gerekt kunnen worden: 1880 was de laatste jaargang. - SK. die op 1
oktober 1868 als adjunct-commies aan het departement van Binnenlandsche
Zaken was aangesteld - hij wijdde aan deze benoeming een feuilleton in
de Nieuwe Courant van 21 november 1915 - kreeg op zijn verzoek
in verband met zijn huiselijke omstandigheden eervol ontslag met ingang van
1 october 1880. Hij wijdde zich sindsdien geheel aan de letteren. Hij bleef
eerst nog korte tijd in Den Haag, vertrok toen naar
Haarlem en vestigde zich daarna in Maarsen. - Th. M. Tromp (zie de Biografische
aantekeningen) was een gemeenschappelijke kennis in Den Haag en
adjunct-commies als SK., maar aan het departement van Waterstaat. - Een
nadere identiteit van mejuffrouw A. is mij niet bekend. - Mr. A. Wm.
Jacobson, met wie de beide vrienden vermoedelijk omstreeks de Banier-tijd
bekend raakten, maakte deel uit van het bestuur van het Nederlandsch
Toneelverbond en had inderdaad een grote belangstelling voor het toneel,
zoals kan blijken uit de opmerkelijke rubriek Dramatica, die hij voerde in het tijdschrift Het Nederlandsch Tooneel. Misschien slaat op hem ook de laatdunkende tussenzin? - De beide
Kolff'en - de heren van Santen Kolff - waren geen broers, maar neven; de
een, Jacob, is redacteur geweest van De Banier, de ander
maakte, volgens Haje, zich zeer verdienstelijk voor het onderwijs aan
blinden en kreeg in verband daarmee de bijnaam ‘blinde
Kolff’.
Venezia Pension Aurora 22 Sept, 1880
Amice,
Te vergeefs wacht ik het Banier stuk mij tegen half Augustus toegezegd. Is het
weggeraakt of zullen onvoorziene omstandigheden het leven van ons tijdschrift
rekken en de tragedie der laatste jaren in een blij-eindend treurspel doen
verkeeren? Zeer verlangend ben ik iets naders dienaangaande te vernemen. In
bovengenoemd pension ben ik voornemens tot 22 October te verblijven en kan een
brief mij dus nog bereiken. Het eind van uw ambtenaarsloopbaan nadert nu ook met
rassche schreden. Wat gaat ge doen? Waar gaat ge wonen? Welke resultaten zal uw
meerdere vrije tijd hebben voor de Nederlandsche letteren? Ziehier eenige vragen
welker beantwoording u voldoende stof zal geven voor de vulling van een epistel,
wanneer de zoogenaamde nieuwtjes mochten ontbreken.
Tromp werd intusschen ridder. Mij dunkt dit moet u onaangenaam hebben getroffen,
afgescheiden natuurlijk van het vriendschappelijk medegevoel, waarmede gij hem
van harte gelukgewenscht zult hebben. Wat heeft hij echter gedaan om deze
onderscheiding te verdienen? Of 't hem in de oogen van A eenigen glans bij kan
zetten weet ik niet, maar zeker is het dat hare brieven eene merkwaardige