'Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is'
(2000)–Marcellus Emants– Auteursrechtelijk beschermdBrieven van Marcellus Emants aan Gonne Loman-van Uildriks, 1904-1909
11
| |
[pagina 55]
| |
en is ongerust over hun betekenis. Wel, ik wilde u eenvoudig onder de ogen brengen, dat ieder mens, ook u, niets anders heeft dan zijn verstand om mee te denken. U kan u wel inbeelden te denken met uw gevoel, maar in de grond doet u dan niet anders dan uw verstand laten kontroleren door uw gevoel wat in de regel voor de zuivere werking van het verstand niet bevorderlik is. U schrijft: ‘als ons instinkt het leven wil en als ons verstand niet meer kan dan naspeuren, waartoe het instinkt ons drijft... waar blijf je dan met dat niet-het-leven-willen?’ Zeer juist geredeneerd; maar ziet u niet in, dat het verstand zich hoe langer hoe meer emancipeert van het instinkt en begrijpt u de mogelikheid niet, dat eenmaal dit verstand geheel vrij er in slagen zal de wil te doden. Ziedaar mijn oplossing, die wij echter niet meer zullen beleven. Ik schreef u, dat ik geluk zou willen zoeken als geluk verstompt en dat vindt u vreemd. U zegt, dat ik dan geen schrijver meer zou kunnen zijn. Maar denkt u dan, dat ik het gelukkig vind schrijver te zijn? Ik vind, ik zie, dat de stompzinnigste, gevoelloosste mensen tevens de gelukkigste mensen zijn. Wilde ik dus eenvoudig gelukkig zijn, dan zou ik zeker die verstomping moeten zoeken. U schrijft: Nog slechts wat meerder moed Enz. Maar nog nooit is 't mij duidelik geworden, wat voor mooi's of goeds er in steekt de ellende van het leven blijmoedig en flink te dragen. In mijn binnenste is een voortdurend verzet en ik vind eenvoudig, dat ik daar voldoende reden voor heb. Heeft het leven met zijn ellende een doel, dan noem ik 't een schandaal van mij te eisen, dat ik naar een doel zal streven, dat zorgvuldig voor mij verborgen wordt gehouden. - Ik schrijf in de zon op een balkon en mijn tafel wiebelt. Dus schrijf ik nog onleesbaarder dan anders. Laat uw zoon veel liever tekenen dan aan letterkunde doen. Het laatste is een beroerd vak in een klein land. De vereenvoudigde dringt het meest door onder de onderwijzers van de lagere school. M.a.w. de volgende generatie zal wel vereenvoudigd gaan schrijven. De argumenten tegen de vereenvoudigde komen | |
[pagina 56]
| |
mij ongelofelik dom voor.Ga naar eind62 Het begint te regenen. Ik moet mijn vrouw naar binnen helpen. Ja, neem me niet kwalik, dat ik u deze onvergefelik slordige brief durf zenden, maar nu ik kamenier en ziekenverpleegster en ook nog mari de la reineGa naar eind63 ben, heb ik haast geen kwartier meer achtereen om rustig te blijven bij een of ander werk. In de Belle Hélène zegt Calchas que voulez-vous quand on ne peut pas.Ga naar eind64 Het is nu eenmaal niet anders en ik zend in 's hemelsnaam mijn brief met mijn verontschuldigingen aan u af. Hoogachtend Marc. Emants |
|