Ten geleide
Met dit deeltje - nummer 19 in de reeks - komt er een einde aan de Vaderland-reeks. Dat dit deeltje aan Marcellus Emants wordt gewijd, is daarom passend, omdat hij aan de wieg stond van de reeks. Herhaaldelijk werd (ook door mijzelf) meegedeeld, dat ter completering van de lijst van Emants' geschriften Het Vaderland doorgenomen zou moeten worden. Toen ik mij realiseerde, dat dit soort vrome wensen alleen maar in vervulling gaat, als je daar zelf actie in onderneemt en toen bovendien bleek dat Het Vaderland dankzij de microfilm verplaatsbaar en handelbaar geworden was, heb ik in de avonduren de hand aan de ploeg geslagen. De periode 1869-1923 werd mij jaargang voor jaargang door bemiddeling van Louis Uding van de Koninklijke Bibliotheek ter beschikking gesteld. Al die andere dingen die ik toen naast de Emantsiana tegenkwam, deden het idee van de Vaderland-reeks ontstaan.
Uiteindelijk is er maar een deel van al die interessante dingen in de reeks terecht gekomen. De rijke en belangrijke bronnen die kranten en weekbladen zijn voor de literatuurgeschiedenis raken niet zo snel uitgeput. De reeks stopt dan ook niet bij gebrek aan stof. De redacteur zal in de volgende jaren in plaats van de Vaderland-reeks een nieuw project starten: de Spectator-cahiers. Allerlei personen en onderwerpen uit de kring van het weekblad De Nederlandsche Spectator zullen in die reeks belicht worden aan de hand van beschouwingen, bibliografieën en bloemlezingen.
Ook bij de nieuwe reeks hoop ik te kunnen rekenen op de onwaardeerbare activiteiten van Frank Engering, de uitgever van Vriendenlust en Cadans. Zonder zijn inspanningen zou er van de Vaderland-reeks nooit sprake hebben kunnen zijn.
Nop Maas