Gezangen, of het vrolyk gezelschap der negen zanggodinnen
(1738)–Jan van Elsland– Auteursrechtvrij
[pagina 208]
| |
Myn ziel, als in dien gloed op nieuw verreezen,
Start op - - -- - - - - - - - - - - - - het schoon
Start op het schoon van uw aanminnig wezen,
Zo krachtig als, Zo krachtig als den Ade-laar 't gezicht,
| |
[pagina 209]
| |
Vest op den glans, Vest op den glans van 't lieflyk mor - - - - - - - - genlicht.
2.
Maar ach! gevoerd op vleug'len van myn zucht
En drift, (gelyk Ikaris in de lucht
Hoogmoedig dreef, op zyn dart'le vlerken)
Zo doet gy my, helaas! te klaar bemerken
Myn trotse min, en al te fieren moed:
Mits gy my steeds doet smelten in uw gloed.
3. Schoon uw gezicht een onweêrstaanb'ren glans
Uitschittert, tracht myn vlugge min nogtans
Het toppunt van haar heil, eerlang te naaken
Op 't ambrozyn van uw robyne kaaken:
Al zoude ik gantsch verzengen, en voor dood
Neêrstorten in den vloed van uwen schoot.
|
|