Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen(1667)–Pieter Elsevier– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 287] [p. 287] Op een Wangonstige Ysegrim. HY lijkt een aapenbek, en grimt gelijk de nijt, En voed sijn harsens pan met loogens, nieuwigheyt. Hy stampt staag met sijn gelt, en kijkt dan naar sijn buure, Wen hy daar koopluy siet, kan hy in huys niet duuren. Vorige Volgende