Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen(1667)–Pieter Elsevier– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 218] [p. 218] Op den naeckten Boezem, dartel spelende onder 't Zijde Floers van D. DIt zijn de heuveltjes daar staag mijn oog op jaagt, Daar zig een hart onthout, dat veeltijdts werdt belaagt, En noyt gevangen. Ziet een wonder boven wonder, Die hier sijn stricken stelt, die raakter zellef onder, En 't noyt verzadigt oog besluypt alleen 't vermaak, Daar ik met hart, en mont, en gantze ziel naar haak: Vorige Volgende