Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen(1667)–Pieter Elsevier– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Aan een seer Geleerde Juffer. GY! die soo veel tijts versleten Hebt in de Philosophy, Nochtans segt gy niet te weten Het vermaak van Vryery: Wel! ik neem u aan te leeren Het geheym van minne brant, Kom, en legt maar in u kleeren Op dit zachte Ledekant: Want, ô Schoone! 'k mach wel ly'en (Soo gy 't dan niet grondig vat) [pagina 187] [p. 187] Dat gy onbeschroomt gaat sny'en Neus, en ooren van me gat. Vorige Volgende