Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen(1667)–Pieter Elsevier– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Aen Dianier. Toon: Ma Mere, of tweede Kersnacht. MYn hartje bayt in minne lusjes, Als ick geniet u soete kusjes; Mijn ziel, mijn boesem is gewont, Als ick insuygh den douw den waesem, Den Nectar, en den soeten aesem Van u besnede Rosemont. 2. Als ick u keeltjen hoor aen 't quelen, Soo klaer, gelijck een Orgel spelen, Als ick verneem u soet geluyt, Trots al de Musen en Syringen, Schoon dat se noch soo heerlijk singen. Trots Cyter, Lier, Fiool en Fluyt. [pagina 167] [p. 167] 3. Als ick u lonckjes d'een voor d'ander, Niet saem gebonden by elkander, Zie swieren langs u schouders heen, En dat dees ses bruyn hayre krullen U swanen hals geheel vervullen, Sterf ick om u en anders geen. F.v.O. Vorige Volgende