Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen
(1667)–Pieter Elsevier– Auteursrechtvrij
[pagina 52]
| |
M oy van Hals, ja al de leden
U yt albast, vol aardigheden,
Y verig, altijdt verheugt,
L icht van voetjes, swaar van deugt,
W ilje weten wie 't zou wezen?
Y der staat het vry te lezen.
C ypris zelver (zonder hoon)
'K achtse hondert maal zoo schoon.
F.v.O.
|
|