(Directeurscursus Openbare Bibliotheken, 's-Gravenhage, 1966-1967)
blz. iv Op 16 juli 1948 wordt de Nederlandse Experimentele Groep opgericht [...] Een maand later voegen Eugène Brands en de dichter Jan Elburg zich bij hen [...] Eind 1948-begin '49 worden de dichters Lucebert en Gerrit Kouwenaar ingeschreven [...] Moet zijn: Experimentele Groep in Holland. Kouwenaar legde het eerste contact met de Experimentele Groep in de zomer van 1948. Inschrijven werd niet gedaan.
Lodewick (H.J.M.F.), De Moor (W.A.M.) (fotobijschriften:) Bernlef (J.), Ik probeer mijn pen ... Atlas van de Nederlandse letterkunde. (Bert Bakker, Amsterdam, 19791)
blz. 194 Bijschrift foto 43: Op 16 juli 1948 werd de Experimentele Groep opgericht. De foto dateert niet uit de oprichtingstijd. Schilder/barkeeper Tjako Hansma, al spoedig uitgetreden, behoorde tot de oorspronkelijke groep. De hier aanwezige dichters traden later toe. Hoewel Lucebert ontbreekt, behoorde hij ook tot de groep.
idem In februari 1949 debuteerde Lucebert als dichter met zijn ‘Minnebrief aan onze gemartelde bruid Indonesia’. Aanvulling: in de tweede (laatste) aflevering van Reflex, orgaan van de Experimentele Groep in Holland.
Bijschrift foto 45 (zie blz. 195): ... voor de ingang, in zwarte jas, Lucebert... Aanvulling: links, door de knieën gezakt, met een schilderij in de hand, Bert Schierbeek. Achter Lucebert, met sigaret, Jan Elburg. Rechtsboven, Gerrit Kouwenaar.
blz. 196 Bijschrift foto 54: In 1949 zetten Constant, Kouwenaar, Lucebert, Schierbeek en Elburg een streep door de toenmalige lyriek. De man in het gezelschap van de Nederlandse schrijvers is niet Constant maar de Duitse graficus Karl-Otto Götz.
Stokvis (W.), Cobra. Geschiedenis, voorspel en betekenis van een beweging in de kunst van na de tweede wereldoorlog. (De Bezige Bij, Amsterdam, 19802)