Kyrieleis(1950)–Lidy van Eijsselsteijn– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] De druivenplukker De dag, en de duif die koert, de dauw, aan de druif gevlijd in trage, glinstrende tranen waar het vroege licht in wijlt - En de rinse geur van de landen, open en ree teloor aan de achteloze handen die nemen hun zoet trezoor - O hart, als een vrucht gerijpt, ooft, gewassen in dauw en regen, strek U willig de landman tegen, wiens wachtende hand U grijpt - Zie, Hij heeft zijn buit genomen los van tak en muur, en plukt de harten als druiven en zamelt ze in Zijn schuur. Vorige Volgende